Gemeenteblad
 
 
afd. 1

nr. 309
     
  Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer H.H.G. Bakker en de heer H. Bakker inzake de bouw en veiligheid van de Noord-Zuidlijn.
Amsterdam, 26 mei 2004.

Aan de Gemeenteraad
 
De raadsleden de heer H.H.G. Bakker en de heer H. Bakker hebben op 13 mei 2004, op grond van artikel 18 van het Reglement van Orde voor de Gemeenteraad, de volgende schriftelijke vragen tot het College van Burgemeester en Wethouders gericht:
 
Inleiding.
 
Ofschoon niet alle Amsterdammers de klassieke talen zullen beheersen, mag men toch wel verwachten dat er voldoende kennis bij het openbaar bestuur aanwezig zal zijn om deze set schriftelijke vragen te openen met:
 



"Moniti’ melio’ra sequa’mur".
 
Maar helaas worden wij geconfronteerd met een overheid die kennelijk niet leert van haar fouten en die telkens weer geconfronteerd moet worden met de consequenties van falende beleidsuitvoering, om dan weer zuchtend aan een nieuwe cyclus te beginnen.
 
Daar waar de overheid de sturende en maatgevende factoren zou moeten bepalen en door een integer beleid hierop toezicht te houden, constateren vragenstellers een gedrag als van jonge schoolkinderen die al spelende de spelregels van het spel veranderen, om als dat nog niet voldoende resultaat geeft, gewoon een aantal spelelementen achter te houden.
 
"Moniti’ melio’ra sequa’mur", of in de Nederlandse vertaling: laat ons, nu we gewaarschuwd zijn, wijzer handelen.
 
Het zou met alle waarschuwingen die er in de laatste jaren vanuit diverse organisaties en ondersteund door deskundigen van naam en faam hebben geklonken, toch minimaal hebben moeten leiden tot een effectieve reflectie van deze bezorgdheid, vertaald in een onderbouwde integrale veiligheidsmethodiek.
 
Maar neen, ondanks de inzet van honderden beleidsambtenaren, projectadviseurs en gespekt met een enorm bedrag aan ontwikkelingskosten, moeten wij, als we de uitzending van Netwerk van 10 mei 2004 over de Noord-Zuidlijn moeten geloven, constateren dat de overheid zich van bestuurlijke trucs moet bedienen om inmiddels nog te kunnen werken aan de bouw van de Noord-Zuidlijn.
 
Inmiddels een aantal malen door de rechter gecorrigeerd, gaat Amsterdam als lokale overheid onverdroten door met de bouw van een prestigeobject waarbij wordt voorbijgegaan aan door de hogere landelijke overheid vastgestelde wetten en regels.
 
Onafhankelijk van de uitspraak van de Raad van State, die als een molensteen hangt boven het lot van talloze ambtenaren en verantwoordelijke bestuurders, moeten de raadsleden die eerder op basis van serieuze risicoanalyses besloten om tegen de bouw van de Noord-Zuidlijn te stemmen, constateren dat zij straks zitten met een geweldige financiële strop die nog lang zal nawerken op de begroting van Amsterdam of, wellicht zelfs in combinatie hiermee, met een vervoerssysteem met bovenmatige risico's.
 
Dat is de analyse die de fractie van Leefbaar Amsterdam trekt uit de uitzending van Netwerk van 10 mei 2004 en het artikel in Het Parool van 11 mei 2004, beide over de geconstateerde slechte onderbouwing van de gemeente in relatie tot de veiligheid van de Noord-Zuidlijn en de stations in dezen in het bijzonder.
 
Als dit doembeeld al niet genoeg zou zijn, dan komt daar nog bij dat de fractie van Leefbaar Amsterdam met veel mensen een niet integere ambtelijk-bestuurlijke sfeer constateert rond dit dossier, die het openbaar bestuur, zo dit op waarheid berust, grote schade zal toebrengen.
 
Op basis van deze situatie en met gebruik van de eerder verzamelde informatie, gevoegd bij de meest recente informatie uit de media-uitingen, wil de fractie van Leefbaar Amsterdam nogmaals een belangrijke tijdsinvestering doen om de waarheid boven water te krijgen, en begint zij met het stellen van een aantal gerichte vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders.
 
Enerzijds om te constateren, of de Gemeenteraad steeds tijdig en juist geïnformeerd is maar ook om met de verzamelde gegevens en de uitkomsten van de vragen en een analyse van de voorliggende rapportages uiteindelijk ook het College ervan te overtuigen dat de huidige mening van de fractie van Leefbaar Amsterdam dat het doorgaan op de huidig ingeslagen weg zonder ingrijpende aanpassingen of wellicht zelfs een beëindiging van het project heilloos is.
 
Om dan gezamenlijk te kunnen zeggen: "Moniti’ melio’ra sequa’mur".
 
Op grond van het vorenstaande stellen vragenstellers de volgende vragen.
 
1.   Uitgaande van het feit dat het College van Burgemeester en Wethouders heeft kennisgenomen van de uitzending van Netwerk, vraagt de fractie van Leefbaar Amsterdam eerst aan het College, of het bekend is met de daar getoonde en op de website van Netwerk aangetroffen brieven van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)?
 
2.   Zo ja, klopt de bewering, gedaan in de uitzending, dat Amsterdam niet heeft gereageerd op uitnodigingen om het veiligheidsconcept te bespreken? Zo ja, waarom is men hier nooit op in gegaan, op grond van welke argumenten?
 
3.   Naast een grote mate van gereserveerdheid bij het Ministerie van BZK is er sprake van eenzelfde gereserveerdheid bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer VROM), volgens de informatie die de fractie van Leefbaar Amsterdam heeft bereikt. Kent het College van Burgemeester en Wethouders deze opstelling van het Ministerie van VROM en welke maatregelen heeft het genomen teneinde hierin verandering te brengen?
 
4.  Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven wanneer het de Gemeenteraad over deze punten heeft geïnformeerd en tijdens welke gelegenheid. Zo het College dit niet heeft gedaan, waarom heeft men de Gemeenteraad dan deze wel degelijk essentiële informatie niet verstrekt?
 
5.   In de uitzending van Netwerk worden twee inhoudelijk tegenstrijdige brieven van de Brandweer getoond, met tussen de data van verschijnen slechts een zeer beperkte methode. Hoe verklaart het College van Burgemeester en Wethouders deze brieven? Of was er in dit opzicht weer sprake van een voortschrijdend inzicht, dat een complete draai mogelijk maakte?
 
6.   Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven waarom het gebruik heeft gemaakt van een gelijkwaardigheidcommissie, bestaande uit drie bij het traject betrokken gemeentefunctionarissen, waardoor op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling is ontstaan?
 
7.   Op eerdere vragen van onder andere de fractie van de SP heeft de wethouder eerder aangegeven geen aanleiding te zien de uitkomsten van de gemeentelijke gelijkwaardigheidcommissie te laten toetsen bij de daarvoor in het leven geroepen gelijkwaardigheidcommissie van het Ministerie van VROM. Durft de wethouder een dergelijke toets niet aan?
 
8.   Lopende het goedkeuringstraject is een aantal functionarissen van de Brandweer op, op zijn minst niet elegante wijze, weggewerkt. Heeft het College van Burgemeester en Wethouders zich ooit om deze mensen, die gewoon hun werk deden, en niet meegingen in de druk van de gemeente om te komen tot snelle goedkeuringen, althans zo wil het verhaal, bekommerd? Of is er volgens het College sprake van een andere lezing van het verhaal?
 
9.   Klopt het dat het College van Burgemeester en Wethouders inmiddels voor de bouw een aantal nieuwe bouwvergunningen heeft afgegeven, waarbij de eerder door de rechter afgekeurde punten gewoon zijn weggelaten? Zo neen, kan het College dan schetsen hoe een en ander exact in zijn werk is gegaan?
 
10.  Uit de uitzending van Netwerk komt naar voren dat er nog steeds geen bouwvergunningen zijn afgegeven voor het boren van de tunnels? Klopt dit en wanneer gaat men dit aanvragen?
 
11.   Zijn inmiddels alle contracten, dus ook die voor het boren van de buizen, getekend? Zo neen, welke nog niet?
 
12.   Eerder waren er problemen met de vergunningverlening van het werkstation op de Singelgracht, waarbij de gemeente ervoor heeft gekozen, vooruitlopende op een nieuwe vergunning een gedoogsituatie toe te staan. De fractie van Leefbaar Amsterdam wil op dit punt expliciet van het College van Burgemeester en Wethouders weten op welke onderdelen van de bouw van en rond de Noord-Zuidlijn er nog meer geen juiste vergunningen aanwezig zijn en waar gewerkt wordt middels gedoogbeleid?
 
13.   In de uitzending van Netwerk wordt de indruk gewekt dat Burgemeester Cohen afgelopen maart zijn handtekening heeft gezet onder een essentiële bouwvergunning die gebaseerd is op onjuiste informatie. Zo deze informatie juist blijkt te zijn, dan is er volgens de fractie van Leefbaar Amsterdam sprake van een zeer ernstige situatie. Is het College van Burgemeester en Wethouders dan bereid om onafhankelijk onderzoek te laten instellen, teneinde vast te stellen, of deze informatie bewust in de bouwvergunning is opgenomen?
 
14.   Kan het College aangeven, of het juist is dat het Metrobedrijf van het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) als mogelijk toekomstig gebruiker zijn bezorgdheid heeft uitgesproken over het ontbreken van plannen en/of maatregelen bij terrorisme, zoals in de uitzending te zien was?
 
15.   Als dit zo is, staat dit enerzijds haaks op de beantwoording van vragen door Leefbaar Amsterdam aangaande dit onderwerp richting de metro-oostlijn en de IJtramtunnel, waarvan de eerste ook qua materieel en exploitatie in handen van het GVB is?
 
16.   In het krantenartikel van 11 mei 2004 in dagblad Het Parool zegt deskundige Van de Leur: ''Normaal gesproken zijn metrostellen zo ontworpen dat ze bij brand snel tot stilstand komen. Er is nog helemaal niets geregeld dat dat bij de Noord-Zuidlijn anders is. Maar zelfs als leveranciers zulke metrostellen kunnen leveren, is er op de stations dus nog geen garantie dat de rook wordt weggezogen." Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven, of er inmiddels offertes voorliggen aangaande de te gebruiken metrostellen en, zo neen, of in dat geval de aanname van de gemeente berust op wishful thinking?
 
17.   Ook Van de Leur heeft zijn bedenkingen tegen het safe-havenconcept, waarvan de werking nog steeds niet is aangetoond en waarbij er nog geen duidelijkheid bestaat voor die situaties waarbij de trein het station door diverse redenen niet zal kunnen bereiken. Acht het College van Burgemeester en Wethouders het nog steeds verantwoord om voort te gaan met de bouw van een lijn waarvan het veiligheidsconcept niet algemeen geaccepteerd is?
 
18.   Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven, of het, wanneer zou blijken dat het veiligheidsconcept van de Noord-Zuidlijn inderdaad grote gevaren met zich brengt, teneinde de veiligheid van de toekomstige gebruikers te borgen, bereid is, alsnog aanvullende veiligheidsvoorzieningen aan te brengen?
 
19.   Van der Leur stelt in Netwerk dat burgemeester Cohen verkeerd is geïnformeerd en daardoor op basis van de verkeerde conclusies de bouwvergunning heeft goedgekeurd. Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven welke diensten verantwoordelijk zijn voor de gesuggereerde onjuiste informatie?
 
20.   Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven, of het van mening is dat een vergunning die op basis van onjuiste gegevens is verleend, na het bekend worden hiervan en na controle hiervan door hem automatisch zou moeten worden vernietigd, in het kader van zijn verantwoordelijkheid voor het handhaven van bestuursdwang?
 
21.   Acht het College van Burgemeester en Wethouders het mogelijk dat de door het rijk verleende bijdrage aan het project alsnog door het rijk zou kunnen worden teruggevorderd als de vergunningen voor de bouw van onderdelen van de Noord-Zuidlijn door de rechter definitief worden verboden?
 
22.   Acht het College van Burgemeester en Wethouders dit ook voor mogelijk, daar waar het gaat om het mogelijk achterhouden van relevante informatie door de gemeente in het voortraject?
 
23.   Zo deze informatie niet eerder aan de Gemeenteraad is overlegd, is deze dan ooit wel betrokken bij de analyse die is uitgevoerd voor het al dan niet verzekeren van de Noord-Zuidlijn? Zo neen, is daarmee dan geen feitelijk onvolledige informatie aan de Gemeenteraad verstrekt?
 
24.   Kan het College van Burgemeester en Wethouders ook nog eens expliciet aangeven waarop de leden van de Auditcommissie van zwijgplicht hebben, uitgaande van het feit dat er niets is dat verborgen zou moeten worden gehouden?
 
25.   Tot slot wil de fractie aan het College van Burgemeester en Wethouders vragen waarom men nu overweegt, zoals de wethouder in de media aangeeft, om ook de halte Van Hasseltkanaal in Amsterdam-Noord af te voeren, of dit werkelijk het geval is. En of men, als dat zo is, nog steeds vasthoudt aan het safe-havenprincipe, waarover wethouder Dales nadrukkelijk uitspraken in de Gemeenteraad heeft gedaan?
 
Ter beantwoording van deze vragen wordt het volgende medegedeeld.
 
1.   Ja. Het College heeft kennis genomen van de uitzending van Netwerk op 10 mei 2004, maar distantieert zich van de inhoud. De gemeente Amsterdam heeft ook geen medewerking gegeven aan de uitzending omdat de zaak nog sub iudice (onder de rechter) was. Op vrijdag 14 mei heeft de zitting over de bouwvergunning voor de inrichting van casco Rokin plaatsgevonden. De uitspraak wordt over zes tot twaalf weken verwacht.

2.   Het veiligheidsconcept is al in een zeer vroegtijdig stadium ontwikkeld en besproken en becommentarieerd in een beleidsgroep waarvan ook het Ministerie van Binnenlandse Zaken deel uitmaakte. Daarna is de discussie op gemeentelijk niveau voortgezet met de stedelijke woningdienst en de brandweer en op landelijk niveau in de werkgroep tunnelveiligheid.

3.   Het standpunt van het Ministerie van VROM wordt goed weergegeven in een aan ons toegestuurd afschrift van een antwoord (brief dd 6 juli 2001) op vragen van de vereniging De Bovengrondse aan het Ministerie inzake de veiligheid van de Noord-Zuidlijn:
"Graag maak ik (= de minister) u erop opmerkzaam dat de gemeente op grond van de Woningwet verantwoordelijk is voor de handhaving van bouwregelgeving, zowel de preventieve handhaving (verlenen van bouwvergunningen) als de repressieve handhaving (controle op de naleving van de vergunningen en zo nodig toepassing van handhavingsinstrumenten).”

4.   Ten tijde van het go-besluit (raadsbehandeling 9 oktober 2002) is de gemeenteraad geïnformeerd. Daarna is de Raad via de Commissie VVI op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond het veiligheidsconcept.

5.   In de verschillende procedures is al uitgelegd dat iedere bouwaanvraag wordt getoetst aan de bepalingen van het Bouwbesluit. Op basis van deze toetsing heeft de Brandweer (bij schrijven van 25 januari 2000 aan de Stedelijke Woningdienst) bij de aanvraag van de inrichting van station Rokin aangegeven dat de aanvraag niet voldoet aan de artikelen 189, 190 en 191 van het Bouwbesluit. Op dat moment waren echter de besprekingen over de gelijkwaardige oplossing al in een vergevorderd stadium. Dat heeft uiteindelijk geresulteerd in het gelijkwaardigheidsbesluit waaraan ook de Brandweer haar akkoord heeft gegeven.

6.   Het Bouwbesluit biedt de mogelijkheid om een aan de voorschriften van het Bouwbesluit gelijkwaardige oplossing te presenteren. Vergunningvrager (projectbureau Noord-Zuidlijn) heeft deze oplossing gekozen en deze is – overeenkomstig het bepaalde in het bouwbesluit – beoordeeld door het college van Burgemeester en Wethouders. Daartoe heeft zij zich laten adviseren door een gelijkwaardigheidcommissie bestaande uit ambtenaren van de Stedelijke Woningdienst (die geen inbreng hebben gehad in het voorafgaande besluitvormingstraject) daarbij geadviseerd door de Brandweer.
 
7.  Het betreft hier een bevoegdheid van het college van Burgemeester en Wethouders. Zie ook het antwoord op vraag 3.

8.   Ja. De Brandweer heeft op de normale wijze haar adviserende taak vervuld.

9.   Op 4 maart 2004 is een nieuwe bouwvergunning in heroverweging afgegeven met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank van 30 september 2003. Deze bouwvergunning is op 27 april 2004 aangevuld naar aanleiding van een alsnog door bezwaarden ingebracht stuk. In deze bouwvergunning is een aantal voorwaarden zoals opgenomen in het oorspronkelijke besluit van 20 juni 2000 niet meer opgenomen, omdat daar inmiddels aan is voldaan.

10.   Dat klopt. De bouwvergunning wordt binnenkort aangevraagd, zodra het ontwerp dusdanig is uitgewerkt dat alle voor de bouwaanvraag relevante gegevens bekend zijn.
 
11.   Het contract voor het boren van de tunnels is op 26 maart 2003 getekend. De contracten voor de projectonderdelen in Amsterdam-Noord en Zuid moeten nog worden aanbesteed.

12.   Er zijn alleen ten behoeve van het werkplatform Singelgracht gedoogbeschikkingen afgegeven.
 
13.   Op 4 maart 2004 is een nieuwe bouwvergunning in heroverweging afgegeven met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank van 30 september 2003, mede gebaseerd op het advies van de Commissie van beroep en Bezwaar van 4 maart 2004. Deze bouwvergunning is op 27 april 2004 aangevuld naar aanleiding van een alsnog door bezwaarden ingebracht stuk. Aan deze besluiten heeft geen onjuiste informatie ten grondslag gelegen. Op 14 mei 2004 is de zitting bij de Raad van State geweest waar de bouwvergunning ter beoordeling voorlag. Het College is voornemens de uitspraak van de Raad van State af te wachten.

14.  Neen.

15.   Gezien antwoord op vraag 14 niet van toepassing.

16.   Neen, er liggen nog geen offertes van leveranciers. Overigens behelst het safe haven concept dat de metrotoestellen – ook in geval van brand – te allen tijde door zullen rijden naar het eerstvolgende station.
 
17.   Ja. Het veiligheidsconcept is door verschillende deskundigen beoordeeld. Ook de Brandweer heeft haar goedkeuring er aan gegeven.

18.   Alvorens de metro in gebruik kan worden genomen dient een gebruiksvergunning te worden afgegeven, waarbij een finale toetsing van het veiligheidsconcept zal plaatsvinden.
 
19.   Er is geen sprake van onjuiste informatie.
 
20.   De vergunning ligt thans voor ter beoordeling aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

21.   In het geval zich een dergelijke situatie zou voordoen zal hierover overleg met het rijk moeten worden gevoerd.

22.   "Het achterhouden van relevante informatie" is hier niet aan de orde.
 
23.   "Het achterhouden van relevante informatie" is hier niet aan de orde.

24.   Het is gebruikelijk dat een adviseur aan zijn opdrachtgever rapporteert en niet aan derden.

25.   Het schrappen van station van Hasseltweg is niet aan de orde.
 
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,  
E. Gerritsen M.J. Cohen
 
secretaris burgemeester

 
Verschenen 28 mei 2004.