Gemeenteblad
 
 
afd. 1
nr. 742
     
  Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevr. Meijer inzake het afblazen van de aanleg van het station Sixhaven van de Noord-Zuidlijn.
Amsterdam, 1 december 2003.

Aan de Gemeenteraad
 
In de vergadering van de raadscommissie voor Verkeer c.a. op 22 oktober 2003 is bekendgemaakt dat de aanleg van het station Sixhaven van de Noord-Zuidlijn wordt afgeblazen, dit in verband met een enorme overschrijding van de kosten. Op grond van het vorenstaande heeft het raadslid mevr. M.P. Meijer op 23 oktober 2003, op grond van art. 18 van het Reglement van Orde voor de Gemeenteraad, de volgende schriftelijke vragen tot het College van Burgemeester en Wethouders gericht:
 
1.   Is het College van Burgemeester en Wethouders met vragenstelster van mening dat deze beslissing het "safe-haven-concept" onderuithaalt?
 
2.   Is het College van Burgemeester en Wethouders het met vragenstelster eens dat, wanneer er langere afstanden moeten worden overbrugd en het ‘safe-haven-concept’ gehandhaafd blijft, de kostendekkingsgraad zal dalen?
 
3.   Is er een reële mogelijkheid dat, wanneer kosten onverhoopt hoger uitvallen, meerdere stations niet kunnen worden aangelegd?
 
Ter beantwoording van deze vragen wordt het volgende medegedeeld.
 
1.   Neen, met het station Sixhaven is in het ‘safe-haven-concept’ geen rekening gehouden. Ter plaatse van de Sixhaven zal wel een nooduitgang worden gemaakt. Deze heeft ook altijd al in het ontwerp gezeten.
 
2.  Neen, dit is niet relevant; zie het antwoord op vraag 1.
 
3 .   Neen, de bouw is thans gestart met de bouw van de meest complexe stations (het Centraal Station, het Rokin, de Vijzelgracht en de Ceintuurbaan). Het weglaten van een van de andere stations zal de kosten slechts beperkt reduceren, terwijl de functionaliteit van de lijn daarmee onevenredig wordt aangetast.
 
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,  
E. Gerritsen M.J. Cohen
 
secretaris burgemeester

 
Verschenen 3 december 2003.