Gemeenteblad 

 
afd. 1

nr. 49
    
  Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevr. Meijer inzake afsluiting van contracten en verzekeringen ten behoeve van de Noord-Zuidlijn.

Amsterdam, 21 januari 2003.
 

Aan de Gemeenteraad  

Het raadslid mevr. M.P. Meijer heeft – mede naar aanleiding van het betoog van inspreker V. van Lamoen in de vergadering van de Commissie voor Verkeer c.a. op donderdag 28 november 2002 – op 2 december 2002, op grond van art. 18 van het Reglement van Orde voor de Gemeenteraad, de volgende schriftelijke vragen tot het College van Burgemeester en Wethouders gericht: 

Contracten met aannemers. 

1.a   Welke van de zeven hoofdcontracten zijn tot heden gesloten, en zijn dit voorlopige of definitieve contracten?
b   Met welke hoofdaannemers zijn thans voor welke van de zeven projectonderdelen contracten afgesloten en tegen welke aanneemsommen?
c   Wanneer verwacht de wethouder voor Verkeer dat alle zeven hoofdcontracten definitief zijn afgesloten?  

2.a   Indien met de aannemers definitieve contracten zijn gesloten, zijn daar dan ontbindende voorwaarden in opgenomen in die zin dat wanneer de gemeente met één of meer aannemers uiteindelijk niet tot overeenstemming komt binnen het door de Gemeenteraad gevoteerde budget, de gesloten contracten kunnen worden ontbonden?
b   Is de ontbindende voorwaarde in de contracten met de aannemers opgenomen dat alle schades die kunnen ontstaan als gevolg van ontwerpfouten, voor 100% worden verzekerd?
c   Zijn in de contracten met de aannemers nog andere ontbindende voorwaarden opgenomen dan genoemd onder 2a en 2b en, zo ja, welke?
d   Als er geen ontbindende voorwaarden in de aannemerscontracten zijn opgenomen, wat zijn dan de financiële consequenties voor de gemeente indien het aanlegbesluit zou worden teruggedraaid?
e   Kan de wethouder de garantie geven dat in alle nog af te sluiten aannemerscontracten een ontbindende voorwaarde wordt opgenomen met de volgende strekking: de overeenkomst is ontbonden indien en voorzover de gemeente er niet in slaagt met alle bij de realisatie van de zeven projectonderdelen betrokken aannemers een overeenkomst te sluiten die past binnen het door de Gemeenteraad gevoteerde budget?  3.   Volgens het hierbij overgelegde artikel in Trouw van 29 augustus 2002 zou aannemer Bögl er niet in kunnen slagen een onderaannemer te vinden voor de aanleg van de diepwanden.
a   Is Bögl er heden in geslaagd een onderaannemer te vinden voor de aanleg van de diepwanden?
b   Zo nee, wat is de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen tussen Bögl en de mogelijke onderaannemers?
c   Is of wordt met Bögl één aannemerscontract gesloten voor de drie stations Rokin, Vijzelgracht en Ceintuurbaan in zijn totaliteit of voor ieder station afzonderlijk een contract?
d   Indien afzonderlijke contracten zijn of worden gesloten en de gemeente komt niet tot overeenstemming met Bögl voor één station, moet dat station dan opnieuw worden aanbesteed en welke consequenties heeft dit voor de projectplanning?
e   Wordt of is met Bögl onderhandeld over hogere aanneemsommen dan opgenomen in de principe- overeenkomsten?
f   Zijn de definitieve contracten met Bögl reeds gesloten?
g   Bevatten de voorlopige of definitieve contracten met Bögl de ontbindende voorwaarde dat Bögl erin slaagt een onderaannemer te contracteren voor de aanleg van de diepwanden binnen het beschikbare budget? 4.   Door de fractie van de SP is kort vóór het raadsbesluit van 9 oktober 2002 inzage gevraagd in de (concept)contracten met de aannemers. Deze inzage is door de directie van Noord-Zuidlijn geweigerd.
a   Welke verklaring heeft de wethouder ervoor dat aan een gemeenteraadslid inzage wordt geweigerd in deze contracten?
b   Is de inzage geweigerd omdat kort vóór het raadsbesluit de (concept)contracten niet beschikbaar waren en de directie van Noord-Zuidlijn weigerde dit bekend te maken? 
Verzekeringen. 
5.   De wethouder heeft in de raadsvergadering op 9 oktober 2002 de garantie gegeven dat alle risico's c.q. schades als gevolg van de aanleg van de Noord-Zuidlijn volledig verzekerd zullen worden binnen het in de raadsvoordracht opgenomen budget van 1407 miljoen euro.
a   Kan de wethouder verklaren hoe hij deze garantie heeft kunnen geven, gegeven dat inzake de beroepsaansprakelijkheidsverzekering in het rapport van Aon Risk Consultants van 7 oktober 2002 wordt gesteld dat de risicowaarde van het ontwerp nog moet worden bepaald en dat de te verzekeren bedragen en het eigen risico van de gemeente hiervan afhankelijk zijn?
b   Welk eigenrisicobedrag voor de gemeente is naar het oordeel van de wethouder toelaatbaar en zal hiervoor een voorziening worden opgenomen binnen of buiten de projectbegroting?
c   De wethouder, inclusief het College van Burgemeester en Wethouders, hebben de Gemeenteraad verzekerd dat alle schades zoals geformuleerd in de aangenomen motie van het raadslid Bijlsma c.s. van de fractie van de PvdA betreffende verzekeringen Noord-Zuidlijn (Gemeenteblad 2002, afd. 1, nr. 546) kunnen worden verzekerd. Wat zijn de consequenties voor de wethouder en het College indien zou blijken dat het niet mogelijk is al deze schades te verzekeren?
d   Wat zijn de consequenties voor het aanlegbesluit indien zou blijken dat de onder 5c genoemde motie niet uitvoerbaar is omdat niet alles verzekerbaar is dan wel de verzekeringen en/of het eigen risico niet binnen het vastgestelde budget kunnen worden afgesloten? 
6.   In het rapport van Aon Risk Consultants van 7 oktober 2002 wordt inzake de beroepsaansprakelijkheids-verzekering gesteld dat innovaties feitelijk worden uitgesloten, daar in dergelijke gevallen niet of moeilijk valt aan te tonen dat er sprake is van een fout.
a   Kan de wethouder aangeven, of en, zo ja, welke onderdelen van het ontwerp door de verzekeraars worden gekwalificeerd als innovaties?
b   Kan de wethouder de garantie geven dat geen enkel onderdeel van het ontwerp als innovatie wordt gekwalificeerd door de verzekeraars en dat derhalve op deze gronden geen onderdelen van het project door de verzekeraars zullen worden uitgesloten dan wel alleen tegen extreem hoge premies te verzekeren zijn?
 7.   In de brief van de wethouder aan de Commissie voor Verkeer c.a. van 7 oktober 2002 inzake de verzekeringspolis Noord-Zuidlijn wordt gesteld dat in de onderhandelingen met de verzekeraars door de wethouder een aantal varianten zal worden ingebracht die tot nog toe niet in beeld zijn geweest.
Dienaangaande de volgende vragen.
a   Inzake de verhoging van het eigen risico: Van welk eigen risico voor de gemeente is tot dusverre uitgegaan en tot welk bedrag zal dit risico nu worden verhoogd? Wordt hiervoor een voorziening getroffen ten laste van het Noord-Zuidlijnbudget?
b   Inzake het uitsluiten van de beroepsaansprakelijkheid: Kan de wethouder bevestigen dat gezien de strekking van de onder 5c genoemde motie het uitsluiten van enige vorm van gevolgschade ten gevolge van beroepsaansprakelijkheid geen optie kan zijn?
c   Inzake het eventueel niet verzekeren van zaken die niet risicovol worden geacht: Welke zaken worden door de wethouder niet risicovol geacht en waarop is in dit geval de risico-inschatting gebaseerd? Wordt voor deze niet verzekerde zaken een voorziening getroffen binnen het Noord-Zuidlijnbudget? 
8.a   Wanneer zullen de onderhandelingen met de verzekeraars zijn afgerond?
b   De wethouder wordt verzocht de verzekeringspolissen per direct aan de raadscommissie ter beschikking te stellen wanneer de onderhandelingen met de verzekeraars zijn afgerond

Ter beantwoording van deze vragen wordt het volgende medegedeeld. 

Contracten met aannemers. 
1.
a en b

De volgende contracten zijn op 7 november 2002 ondertekend. 
2.2 Zinktunnel Bouwcombinatie Heijmans/Strukton Aanneemsom in miljoen euro (prijspeil 2001)
3.1/3.2Metrostation Centraal Station Combinatie Strukton betonbouw/Van Oord ACZ 155,1
3.3 Caissons Damrak, inclusief startschacht Heijmans Beton- en Waterbouw BV26,9
5.2 Metrostation RokinMax Bögl Nederland BV 223,2 (samen)
6.2 Metrostation Vijzelgracht Max Bögl Nederland BV 
7.2 Metrostation CeintuurbaanMax Bögl Nederland BV   

c   Thans vinden de afrondende besprekingen plaats over contract 4.2, de boortunnels.  

2.
a  Nee.
b  Nee.
c   Niet anders dan de in onder andere RAW-bestekken gebruikelijke ontbindingsvoorwaarden.
d   Op 9 oktober 2002 heeft de Gemeenteraad het go-besluit genomen voor de Noord-Zuidlijn. Op basis daarvan zijn de contracten op 7 november 2002 ondertekend. Indien alsnog zou worden besloten de aanleg van de Noord-Zuidlijn niet voort te zetten, dan ligt het voor de hand dat de gecontracteerde aannemers en de combinatie waarmee de onderhandelingen in een afrondende fase zijn, een schadeclaim zullen indienen bij de gemeente Amsterdam.
e   De tot nu toe gemaakte voorbereidingskosten zullen ten laste van de gemeente komen. Het rijk heeft de subsidie toegekend voor de bouw van een te zijner tijd operationeel zijnde metrolijn, niet voor voorbereidingskosten en/of schadeclaims van aannemers bij het terugdraaien van het aanlegbesluit.
f   Het door de Gemeenteraad aanvaarde budget is gebaseerd op aanbiedingen van de zeven aannemers in het doorlopen aanbestedingstraject. Zoals in het antwoord op vraag 1 is aangegeven, zijn de contracten voor zes projectdelen reeds gesloten en wordt het zevende contract (boortunnels) binnenkort gesloten.  
3.
a   Max Bögl Nederland BV is in onderhandeling met meerdere diepwand onderaannemers.
b   De onderhandelingen zijn in een afrondende fase.
c   Er wordt één contract voor de drie stations samen gesloten.
d  Niet van toepassing.
e  Nee.
f   Ja.
g  Nee. 

4. a   De verantwoordelijkheid voor de contractonderhandelingen tot en met het moment van ondertekenen ligt primair bij het College van Burgemeester en Wethouders. Vóór de raadsbehandeling van 9 oktober 2002 waren de contracten nog niet definitief. De nu gesloten zes contracten liggen voor de leden van de Gemeenteraad ter inzage.
b   Nee, alle conceptcontracten waren binnen de gemeente beschikbaar, en vormden de basis voor het in het raadsbesluit gevraagde extra budget.  

Verzekeringen. 
5 tot en met 8. 
Bij schrijven van 7 oktober 2002 heeft de wethouder voor de Noord-Zuidlijn de stand van zaken met betrekking tot de verzekeringen aan de Gemeenteraad uiteengezet. Op 9 oktober 2002 heeft de Gemeenteraad een motie van het raadslid Bijlsma c.s. van de fractie van de PvdA (Gemeenteblad 2002, afd. 1, nr. 546) over de noodzaak om het project te verzekeren aangenomen. Op 18 december 2002 heeft de wethouder voor de Noord-Zuidlijn vragenstelster schriftelijk de stand van zaken van dat moment medegedeeld. De gemeente is nog steeds in onderhandeling met de (her)verzekeraars. De huidige verzekering loopt tot 1 april 2003. Het College van Burgemeester en Wethouders zal de Gemeenteraad zo spoedig mogelijk van het resultaat van de onderhandelingen op de hoogte stellen, een en ander conform de aangenomen motie. Thans vooruitlopen op het resultaat acht het College niet opportuun.  

Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,  
E. Gerritsen M.J. Cohen 
secretaris burgemeester
 

Verschenen 29 januari 2003.