Gemeenteblad

 

 

Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid Paquay inzake inzake het uitlekken van het mailbericht van Heijmans BV aan de Franse onderaannemer Soletanche over de aanbesteding van de Noord-Zuidlijn.
afd. 1

nr. 291

   
 

Amsterdam, 9 april 2002.

 

Aan de Gemeenteraad

 

Het raadslid W.G.H. Paquay heeft op 20 maart 2002, naar aanleiding van de brief van wethouder Dales van 18 maart 2002 betreffende het e-mailbericht tussen Heijmans BV en de Franse onderaannemer Soletanche over de aanbesteding van de Noord-Zuidlijn, op grond van art. 18 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de Gemeenteraad de volgende schriftelijke vragen tot het College van Burgemeester en Wethouders gericht:

 

1.   In de brief staat dat het College van Burgemeester en Wethouders het zeer betreurt dat de inhoud van deze e-mail in de pers is verschenen. Is het het College bekend, hoe deze informatie bij de pers is terechtgekomen? Oftewel, weet het College waar het lek zit en, zo ja, waar zit het lek dan?

 

2.   Zo nee, is het College van Burgemeester en Wethouders dan bereid een onderzoek in te stellen naar dit lek?

 

3.   Indien het College van Burgemeester en Wethouders daartoe niet bereid is, kan het College dan uitleggen waarom bij hem de bereidheid niet aanwezig is opheldering te verschaffen?

 

Ter beantwoording van deze vragen wordt het volgende medegedeeld.

 

1.   De e-mail is verspreid door Heijmans onder een aanzienlijk aantal geadresseerden, waaronder enkele gemeentelijke diensten. Het is het College van Burgemeester en Wethouders niet bekend, hoe het bericht bij de pers is terechtgekomen.

2.   Gezien de lijst van geadresseerden is een onderzoek door de gemeente zinloos. Het staat ook helemaal niet vast dat het lek bij de gemeente Amsterdam zit.

 

3.   Daar waar onderzoek naar lekken zinvol is, zal het College van Burgemeester en Wethouders dat zeker ter hand nemen. Zo heeft het College onlangs kunnen vaststellen dat de SP een vertrouwelijk stuk uit de commissie van advies voor de Noord-Zuidlijn heeft gefaxt naar de vereniging Bovengrondse en dat de vereniging Bovengrondse dit stuk heeft ingebracht in de beroepsprocedure bij de Raad van State tegen de bouwvergunning voor de casco’s van de stations Ceintuurbaan en Rokin. Het College nodigt de heer Paquay uit om hierover tekst en uitleg te geven.

In tegenstelling tot het in de vragen 1 en 2 genoemde “lek” gaat het hier om het doen uitlekken van vertrouwelijke informatie uit de gemeentelijke organisatie, i.e. een politieke partij. Dat zou een nader onderzoek door het College van Burgemeester en Wethouderskunnen rechtvaardigen.

 

Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,

 

E. Gerritsen          M.J. Cohen

 

   secretaris        burgemeester

Verschenen 12 april 2002.