Bron             : Raad
Onderwerp        : Herziening grenzen grootstedelijk project Noord-Zuidlijn.
Portefeuille     : Wethouder Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
Afd./Pol. partij : Ruimtelijke Ontwikkeling Infrastructuur en Beheer
Indicateur nr.   : 98/25/40 ROIB
Datum Raad       : 02-09-98
Comm. van Advies : Verkeer, Vervoer, Infrastructuur en Sociale Zaken
Datum CvA        : 26-08-98
Datum B&W        : 21-07-98
Datum publikatie : 19-08-98
Gemeenteblad nr. : 436

Nr. 436. Herziening grenzen grootstedelijk project Noord-Zuidlijn. Amsterdam, 19 augustus 1998. Aan de Gemeenteraad Inleiding. Bij uw besluit van 31 mei 1995, nr. 293, heeft u, in overleg met de betrokken stadsdelen, de Noord-Zuidlijn aangewezen als grootstede- lijk project in de zin van art. 35 van de Verordening op de stadsde- len. Tevens heeft u daarbij besloten tot het terugnemen van de bevoegdheden ten behoeve van de realisering van het project. In deze bevoegdhedenverdeling is begrepen een regeling met betrekking tot het overleg met de betrokken stadsdelen. Het in de oorpronkelijke aanwijzing begrepen gebied is gebaseerd op het toenmalig voorkeurstracé. Aangezien reeds toen duidelijk was dat in de verdere besluitvorming wijzigingen in dit voorkeurstracé zouden kunnen optreden, is bij de aanwijzing reeds rekening gehouden met die mogelijkheid. Onder punt II juncto punt X van uw voormelde besluit is namelijk bepaald, dat nadere detaillering en eventuele wijziging van de gebiedsbegrenzing kan worden aangebracht, zulks in overleg met het betrokken stadsdeel/de betrokken stadsdelen. Inmiddels heeft uw Vergadering bij besluit van 14 mei 1997, nr. 231, en bij besluit van 2 december 1997, nr. 806, de oorspronkelijke aanwijzing aangepast. De nu aan de orde zijnde aanpassing strekt ertoe, het gebied waarop de aanwijzing betrekking heeft, zodanig uit te breiden dat het ontwerpbestemmingsplan Noord-Zuidlijn, zoals dat inmiddels is opgesteld, geheel binnen het gebied valt, dit met het oog op het meenemen in het ontwerpbestemmingsplan Noord-Zuidlijn van de varian- ten van mogelijke in- en uitgangen van het station Vijzelgracht en verruiming van de boog van het ondergronds railtracé bij de RAI en de A10. Aanpassing gebiedsbegrenzing grootstedelijk project. Het vorenstaande betekent, dat de gebiedsbegrenzing als volgt wordt aangepast: - een verbreding van het aanwijzingsgebied ter plaatse van het Weteringcircuit; - een verbreding van het aanwijzingsgebied ter plaatse van het Europaplein; - een verbreding van het aanwijzingsgebied ter plaatse van de A10-zuid. Het gebied waarop de herziening betrekking heeft, is weergegeven op drie kaarten, die bij deze voordracht zijn overgelegd. Overleg met de betrokken stadsdelen. Conform het bepaalde in punt II juncto punt X van uw besluit tot aanwijzing grootstedelijk project Noord-Zuidlijn van 31 mei 1995, nr. 293, heeft overleg over de aanpassing van de gebiedsbegrenzing plaatsgevonden in het kader van de ambtelijke werkgroep Noord- Zuidlijn. De werkgroep kan zich vinden in de hier voorgestelde gebiedsbegrenzing. Er bestond geen behoefte aan apart bestuurlijk overleg. Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, de gebiedsbegrenzing, zoals vermeld onder punt I van uw besluit van 31 mei 1995, nr. 293, en zoals gewijzigd bij uw besluiten van 14 mei 1997, nr. 231, en van 2 december 1997, nr. 806, te wijzigen. Deze voordracht is op 26 augustus 1998 besproken in de vergadering van de Commissie voor Verkeer, Vervoer, Infrastructuur en Sociale Zaken. Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor, het volgende besluit te nemen: De Gemeenteraad van Amsterdam, Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 19 augustus 1998; Gelet op de Verordening op de stadsdelen; Mede gelet op zijn besluiten van 31 mei 1995, nr. 293, van 14 mei 1997, nr. 231, en van 2 december 1997, nr. 806; Tenslotte gelet op het overleg in de ambtelijke werkgroep grootste- delijk project Noord-Zuidlijn, Besluit: I de begrenzing van het grootstedelijk project Noord-Zuidlijn, zoals aangegeven in zijn besluit van 31 mei 1995, nr. 293, onder punt I, en zoals gewijzigd bij zijn besluiten van 14 mei, nr. 231, en 2 december 1997, nr. 806, zodanig te wijzigen, dat de begrenzing loopt zoals aangegeven op de bij het onderhavige besluit behorende kaarten van de Dienst Ruimtelijke Ordening nrs. 1 tot en met 3, en ongeveer te omschrijven als volgt: In het stadsdeel Amsterdam-Noord gaat het om het gebied ten zuiden van de ringweg-Noord, grenzend aan en inclusief de rij- banen van de Nieuwe Leeuwarderweg. Aansluitend betreft het de rijbanen van de IJtunnelweg. Na de passage van de brug Kraaien- plein verlaat het tracé de IJtunnelweg en gaat het rechtdoor, ten zuidoosten langs het Noordhollandsch Kanaal en de voorhaven van het Noordhollandsch Kanaal. Vervolgens betreft het een strook door het IJ, naar de binnenstad. Achter het Centraal Station, ter hoogte van de De Ruijterkade, verbreedt het tracé zich tot circa 260 meter. Aan de voorzijde van het Centraal Station, halverwege de brug over het Open Havenfront, versmalt het tracé en gaat het schuin over het water van het Damrak. Vanaf de kruising met de Oudebrugsteeg gaat het verder tussen de gevelwanden van het Damrak, over de Dam tussen het Damrak en het Rokin. Het gebied betreft vervol- gens het Rokin tussen de gevelwanden, tot aan het Spui. Van- daaruit gaat het verder in een schuine lijn over het water van het Rokin richting de Munt. Dan verder, tussen de gevelwanden van de Vijzelstraat en de Vijzelgracht, over het Weteringcir- cuit, met een plaatselijke verbreding ter hoogte van de Wete- ringschans, naar de Stadhouderskade. In het stadsdeel Amsterdam Oud-Zuid (voorheen de stadsdelen Zuid/De Pijp) betreft het het gebied van de Ferdinand Bol- straat; aan de oostzijde inclusief de direct aan deze straat grenzende bouweenheden; aan de westzijde enige panden meer en tevens een deel van de binnentuinen. Voorbij de hoekpanden aan de zuidzijde van de Van Ostadestraat betreft het het gebied van de Ferdinand Bolstraat tussen de gevelwanden, met een plaatselijke verbreding ter hoogte van het Cornelis Troostplein. In het stadsdeel Zuideramstel (voorheen de stadsdelen Rivierenbuurt/Buitenveldert) betreft het vervol- gens het gebied tussen de gevelwanden van de Scheldestraat, met een verbreding ter plaatse van de Churchill-laan. Vervolgens wordt aan de oostzijde van het Europaplein de gevelwand ge- volgd, terwijl aan de westzijde het tracé in een schuine lijn in de richting van de Europaboulevard gaat. Ter plaatse van de Europaboulevard wordt een afstand van circa 45 meter aangehou- den ten opzichte van de gevels aan de oostzijde, en wordt de grens van de bebouwing van de RAI gevolgd. Daarna gaat het tracé in westelijke richting, tussen de zuidelijke rijstrook van de A10-zuid en, op een afstand van circa 5 meter, de bebou- wing van de RAI. Vervolgens gaat het in het stadsdeel Amsterdam Oud-Zuid tussen de rijstroken van de A10-zuid, tot aan de kruising met de Parnassusweg; II te bepalen, dat zijn besluiten van 31 mei 1995, nr. 293, van 14 mei 1997, nr. 231, en van 2 december 1997, nr. 806, voor het overige in stand blijven; III te bepalen, dat zijn besluit tot herziening van de gebiedsbe- grenzing in werking treedt op 16 september 1998.