Bron             : Raad
Onderwerp        : Besluitvorming naar aanleidng van de uitslag van het
                   op 25 juni 1997 gehouden referendum over de aanleg van de
                   Noord-Zuidlijn.
Portefeuille     : Wethouder Bestuurlijk Stelsel
Afd./Pol. partij : Algemeen Bestuurlijke/Juridische Zaken
Datum Raad       : 26-06-97
Besluit          : conform besloten
Datum publikatie : 25-06-97
Gemeenteblad nr. : 369

Nr. 369. Besluitvorming naar aanleidng van de uitslag van het op 25 juni 1997 gehouden referendum over de aanleg van de Noord-Zuidlijn. Amsterdam, 26 juni 1997. Aan de Gemeenteraad Inleiding. Op 25 juni 1997 is een referendum gehouden over uw besluit van 27 november 1996, nr. 731, inzake de aanleg van Noord-Zuidlijn. Deze voordracht betreft de besluitvorming naar aanleiding van de uitslag van het referendum. Krachtens de Tijdelijke Verordening op het referendum 1996 (Gemeenteblad 1996, afd. 3, volgn. 75) moet uw Vergadering uiterlijk binnen vier weken na de dag waarop een referendum is gehouden, een beslissing nemen met betrekking tot het raadsbesluit dat onderwerp was van het referendum (art. 7.2). Achtereenvolgens komen de uitslag van het referendum en de resultaten van de enquêtes die onder niet- kiesgerechtigden zijn gehouden, aan de orde. De uitslag. Op 25 juni 1997 heeft het Register Amsterdam de voorlopige uitslag van het referendum vastgesteld. Op 27 juni 1997 zal het hoofdstembureau de definitieve uitslag van het referendum vaststellen. De voorlopige uitslag is als volgt: uitgebrachte geldige stemmen: 122.822, ongeldig/blanco stemmen: 376. aantal geldige stemmen TEGEN................................... 79.861; aantal geldige stemmen VOOR.................................... 42.961. Een besluit is ingevolge art. 7.1, tweede lid, van de Tijdelijke Referendum- verordening afgewezen als een meerderheid van degenen die een stem hebben uitgebracht bij het referendum, tevens vormend de meerderheid van het aantal kiesgerechtigden dat meedeed aan de afgelopen verkiezing voor de Gemeenteraad (309.869), het besluit afwijst. Dit aantal moet ten minste zijn: 154.935. Gezien het totale aantal uitgebrachte tegenstemmen van 79.861, is de voorlopige uitslag van het referendum dat er geen gekwalificeerde meerderheid tegen het raadsbesluit over de aanleg van Noord-Zuidlijn is. Wij stellen u dan ook voor, de aanleg van de Noord-Zuidlijn voort te zetten op voorwaarde dat de definitieve uitslag van het referendum ook luidt dat er geen gekwalificeerde meerderheid is tegen de aanleg van de Noord- Zuidlijn. Zoals hiervoor vermeld, zal het hoofdstembureau de definitieve uitslag op 27 juni 1997 vaststellen. Enquêtes onder niet kiesgerechtigden. Op 18 september 1996 heeft uw Vergadering een motie van het raadslid Houterman inzake de referendumverordening aangenomen (Gemeenteblad afd. 1, blz. 2294). Deze motie behelst het voorstel om enquêtes te houden onder niet-kiesgerechtigden, zodat ook hun mening kan worden betrokken bij de bespreking van de gevolgen van de uitslag van een referendum. Er zijn drie groepen ondervraagd, te weten: vóór de Noord-Zuidlijn tegen de Noord-Zuidlijn weet niet forensen 53% 13% 34% regiobewoners 42% 7% 51% bedrijven 49% 25% 26% Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor, het volgende besluit te nemen: De Gemeenteraad van Amsterdam, Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 26 juni 1997, Besluit: I de voorlopige uitslag van het op 25 juni 1997 gehouden referendum over de aanleg van de Noord-Zuidlijn voor kennisgeving aan te nemen; IIBurgemeester en Wethouders te machtigen, zijn besluit van 27 november 1996 tot opschorting van de uitvoering van het besluit van 27 november 1996, nr. 731, inzake de aanleg van de Noord-Zuidlijn in te trekken, op voorwaarde dat het hoofdstembureau vaststelt dat de definitieve uitslag van het referendum is dat er niet het in art. 7, tweede lid, van de Tijdelijke referendumverordening 1996 bedoelde aantal kiesgerechtigden tegen het raadsbesluit over de aanleg van de Noord-Zuidlijn is.