Bron: CVA
Comm. van Advies: Commissie Beheer Openbare Ruimte, Personeel en Organisatie,
Nutsbedrijven, Gemeentevervoerbedrijf en Bestuurlijk Stelsel (Ter Horst)
Onderwerp: Besluitenlijst voor de Commissie Beheer Openbare Ruimte, Personeel
en Organisatie, Nutsbedrijven, Gemeentevervoerbedrijf en Bestuurlijk Stelsel
(Ter Horst) d.d. 10 mei 1995.
Datum CvA:10-05-1995
Tekst:
 
 
Hoofdafdeling VERKEER, BEHEER EN MILIEU
Verkeer en Vervoer, Beheer Openbare Ruimte en Milieu
 
 
Vergadering: Commissie voor Verkeer, Milieu, Cultuur en Monumentenzorg
 
Datum: 10 Mei 1995
 
Plaats: 0235
 
Aanwezig: leden: mw. Grewel (voorz.), dhr. Bakker (weth.),
mw. Agtsteribbe en dhr. Bijlsma (PvdA), dhr. van Duijn (De
Groenen), dhr. K”hler en mw. Princen (GroenLinks),
mw. de Jong en dhr. Robbers (D66), dhr. Niamut (CDA) en
mw. Spier-van der Woude (VVD).
ambtenaren: dhr. van Rijnberk (adj.secr.), mw. Olton (secr.
onderdeel Cultuur), mw. Slooff (secr. onderdeel
Monumentenzorg) en mw. van Ulden (notuliste).
 
Bericht van verhindering ontvangen van:
dhr.Holvast en dhr. Spit
 
Goedgekeurd op: 24 mei 1995
 
Wijzigingen: geen
 
Bijlage: -Standpuntbepalingen van het 'Platform Zuid' inzake de Noord-
Zuidlijn.
 
Punt: Onderwerp:
 
 
Mededelingen
Voorz.: -20 mei a.s. is er een werkbezoek aan de dienst stadstoezicht in
Den Bosch. Heeft u zich al opgegeven? Roel van Duijn meldt zich aan.
-30 mei a.s. is er een werkbezoek aan diverse afvalinzamelingssystemen
die in Stadsdelen worden gebruikt. Als je specifieke vragen kunnen die
schriftelijk gesteld worden. Maar 30 mei is er cie ABJZ en dan kunnen
een aantal commissieleden niet. Het zou moeten worden veranderd.
-30 augustus a.s. is er een werkbezoek aan de Ringlijn.
 
Weth.: -Mw. Agtsteribbe heeft vorige keer vragen gesteld over de
touringcars bij Uilenburg. Het is tijdelijk versmald door werkzaamheden.
Om te voorkomen dat de situatie zich op topdagen herhaald, wordt de
rijweg enigszins verbreed en is met Stadswacht afgesproken dat zij op
topdagen ondersteuning verleend.
-Voor de maand april hebben we een voorbereidingskrediet van Ÿ 2 mln
gehad voor de Noord-Zuidlijn. Het wachten was op een brief van mw.
Jorritsma. Die brief is ontvangen en gisteren behandeld in B&W. Deze
ziet er goed uit. Financi‰n en ik stellen n.a.v. de brief van mw.
Jorritsma een kredietaanvraag aan de Gemeenteraad op. Het college heeft
er mee ingestemd tot behandeling van de kredietaanvraag dezelfde lijn te
volgen als tot nu toe, nl. Ÿ 2 mln per maand. De brief zal worden
rondgezonden.
N.a.v. van aanvullende vragen van Mw. Agtsteribbe inzake de kosten van
de herprofilering bij Uilenburg, zal de wethouder schriftelijk antwoord
geven.
 
2 Termijnagenda
Akkoord
 
BLOK I VERKEER
I.A.1 Programma van eisen en schetsmatig voorontwerp Noord-Zuidlijn in
samenhang met
I.B.1 Aangepaste concept-raadsvoordracht aanwijzing grootstedelijk
project Noord-Zuidlijn
Insprekers:
Dhr. Hageman namens Stadsvervoerbelang: Stadsvervoerbelang vindt de
metro blijvend onveilig, ook als morgen besloten wordt tourniquets te
plaatsen, dat helpt niet voor de veiligheid. Het is ook leuk dat
dhr. Bourquin van de metro in het personeelsblad heeft gezegd dat bijna
alle steden met een metro-systeem last hebben van drugsverslaafden en
overige randfiguren en dat bijna al die steden ook hun Wibautstraat
kennen. De halte-ligging vinden wij onjuist en dat ook een verkeerd
trac‚ in, in veel gevallen. Wij willen in dit verband ook wijzen op
klachten uit de zakenwereld. En wij willen ook wijzen op de bezuiniging
die men nu al weer heeft aangebracht in het metro-ontwerp. Aanvankelijk
werd gezegd: wanneer u uitstapt dan loopt u via de trap in de richting
waar u wezen moet, maar dat gaat niet meer door. Om de bouwput korter
te houden, krijgen we zig-zag-trappen en moet je boven alsnog dat hele
eind afleggen. Bovendien zijn zig-zag-trappen gevaarlijk omdat je dan
tegen elkaar oploopt. Kijk maar op het Weesperplein. De vervoerswaarde
is nog steeds niet aangetoond. De verantwoording blijft weg, ofschoon
er bij ieder platform om gevraagd werd. ROVER en Stadsvervoerbelang
hebben jaren geleden al fouten ontdekt in het model GENMOD. Wij merken
ook op dat de Haagsche Tram en de NS een betere methode hebben om
prognoses te maken die veel nauwkeuriger is. De gevolgen voor het
bestaandE net worden volgens de termijnagenda later behandeld dan het
besluit om de Noord-Zuidlijn aan te leggen. Als men het Programma van
Eisen inderdaad beschouwd als het punt waarop ommekeer niet meer
mogelijk is. Als ik kijk naar de antwoorden die zijn gegeven op vragen
uit het Platform Binnenstad dan vrezen wij het ergste. Zie vraag 3.
Lijn 2 wordt niet genoemd als overstaprelatie. Wij vragen ons af of die
al is opgeheven naar de idee‰n van de plannenmakers. Dan krijgen we een
aantal aspecten van ruimtelijke ordening, zoals aantasting van
bestaande belangen t.b.v. projectontwikkelaars. Wij begrijpen dat het
met de Vijzelstraat misgaat; dat dit toch een soort Weesperstraat gaat
worden. Ik wil in dit verband dan ook verwijzen naar de stelling van
prof. Hakkesteegt, genoemd op de werkconferentie in de Lutherse Kerk:
hoe fout een trac‚ van een hoogwaardig vervoerssysteem ook is, na tien
jaar ligt-ie goed, mits men de maatschappelijke krachten maar de
gelegenheid geeft cq. geleid heeft daarop te reageren. Wij zijn dus
bang dat men bestemmingsplannen zo gebruikt om projectontwikkelaars de
ruimte geeft om fatsoenlijke mensen uit de Vijzelstraat te verjagen.
Dan de boormethode: die is onbetrouwbaar. Het volumeverlies betreft
meer dan 400 liter per strekkende meter. Dit betekent zettingen. Hoever
die zettingen reiken is niet vooruit te vertellen. Als men dicht langs
de Munttoren of de oude Nederlandsche Bank gaat, bestaat het gevaar dat
er wat gaat verzakken. Dan wordt er iedere keer gezegd dat er een breed
maatschappelijk draagvlak voor deze metro is. Dat kan men denken zolang
men nog niet gezegd heeft hoe het is. Wij hebben de ervaring dat mensen
die er niets van weten zeggen dat het prachtig is, maar hoort men wat
de consequenties zijn, dan is men bijna altijd tegen. Verder merken wij
op dat de platformdeelnemers veel beter ge‹nformeerd zijn dan de
raadsleden. Wij vinden dat de lijn er in deze vorm niet moet komen.
Voorz.: waar het vandaag om gaat is om de stukken vrij te geven voor
inspraak.
dhr. Hageman: daar zijn we het wel mee eens.
Dhr. van Duijn: u zei dat de Vijzelstraat een tweede Weesperstraat kan
worden. Doelt u op speculatie? U gaat daarbij uit van 1 halte in de
Binnenstad?
Dhr. Hageman: de Weesperstraat is lang opengebleven en tenslotte heeft
men er overheidsgebouwen neergezet omdat er geen ander voor komt. Dat
kan natuurlijk ook in de Vijzelstraat gebeuren, het kan zich ook anders
ontwikkelen. De Noord-Zuidlijn heeft uiteindelijk een heel ander
achterland dan de metro-oostlijn. Maar wordt wel een stedebouwkundig
monster. De Raad heeft overigens al besloten tot 1 halte. Als er meer
haltes komen zal de concentratie van belangen wat meer gespreid worden
en ik denk dat dat beter is.
Dhr. Robbers licht toe dat indertijd de panden zijn afgebroken en er
nieuwbouw voor terug is gekomen. De plannen die we ter inzage leggen
voorzien in geen enkele afbraak t.b.v. de bouw.
Mw. Agtsteribbe: Wat is het GENMOD-rekenmodel? Waarom leidt dit andere
model tot betere cijfers?
Dhr. Hageman: bij het GENMOD-model wordt o.a. uitgegaan van een
gelijkmatig gebruik van het OV over het hele oppervlak. De NS en de HTM
werken met ringen. Dichtbij de halte is het gebruik veel groter dan
verderop. Als u naar de invulling kijkt ziet u dat men in Amsterdam
voor het hele gebied evenveel rekent als in Den Haag voor de eerste
zone rekent. Ik denk dat men zich op die manier rijk rekent.
Mw. Agtsteribbe verwijst naar een staatje van haltes en cijfers en
vraagt of de andere rekenmethode hierop direct invloed heeft.
Dhr. Hageman: ik vermoed van wel. Ik weet niet hoe men aan die cijfers
komt maar als men de gewone rekenmethode gebruikt, zoals destijds
uitgelegd in de Wg 'Knelpunten OV', dan klopt het niet. En een ander
groot bezwaar is het overstappercentage. Men rekent met een bijna
onbeperkte overstap-bereidheid van de passagiers. In werkelijkheid is
deze maar heel klein.
Dhr. K”hler: u zei zijdelings dat de haltes verkeerd liggen. Wat ligt
er verkeerd.
Dhr. Hageman: ze liggen niet op de plaatsen waar de meeste mensen
willen zijn. Het meest extreme voorbeeld is de halte in het
Beatrixpark. De mensen gaan niet met de metro de eendjes voeren. Als je
bij de Rai een halte wil leggen doe je dat voor de Rai. Dan neem je
meteen een belangrijke woonbuurt mee. Ik denk ook dat een halte in
Boerenwetering slechter ligt dan in de Ferdinand Bolstraat. Al eerder
heeft de Raad besloten niet door de Leidsegracht te gaan hoewel dit een
beter trac‚ zou zijn dan de Vijzelstraat. Zie de vervoerscijfers van de
huidige lijnen door de Vijzel- en Leidsestraat.
 
Dhr. B”ttcher namens Platform Zuid: Ik wilde het hebben over het
maatschappelijk draagvlak. Platform Zuid is ‚‚n van drie platforms die
door het Projectbureau in het leven zijn geroepen om de nodige feedback
te geven. In het Platform zitten bijna alle bekende bewonersgroepen,
wijkopbouworganen, zakelijk betrokkenen en andere ge‹nteresseerden.
Alle vergaderingen werden bezocht door 40 personen of meer, die
vervolgens weer contact hadden met hun achterban. Al die mensen hebben
4 maanden hard gewerkt aan het materiaal dat nu voor u ligt. Er zijn 3
vergaderingen geweest i.a.v. de Pg en daar hield de werkelijkheid van
het projectbureau dan ook op. Op die vergadering kwam het Platform tot
de conclusie dat over geen enkel punt nou een werkelijke mening werd
gevraagd. Het platform was van mening dat men na al het harde werk nu
eindelijk tot een meningsvorming moest komen. Het platform heeft toen
een vierde vergadering belegd welke in uw stukken niet bestaat. Dit
ondanks dat we dezelfde voorzitter hebben gevraagd als voor de eerdere
vergaderingen en bovendien het projectbureau hebben ge‹nformeerd
hierover en over welke conclusies het platform heeft getrokken. U zult
niets daarover in uw stukken kunnen vinden. Op 24 maart jl. is het
platform unaniem tot de conclusie gekomen dat op basis van de thans
beschikbare informatie niet op een fatsoenlijke wijze tot aanleg kan
worden besloten. En u kunt zich afvragen of de thans voorliggende
documentatie berhaupt geschikt is om voor inspraak vrij te geven. Het
platform heeft uit praktische overwegingen besloten en uit overwegingen
van: 'we willen constructief meewerken, we zijn niet tegen de metro',
tot 6 adviezen. Deze 6 besluiten zijn verwerkt in het stuk
'standpuntbepalingen van het 'Platform Zuid' inzake de Noord-Zuidlijn'
welk is uitgedeeld ter vergadering en bijgevoegd aan dit verslag. We
vinden dat er weinig ruimte bestaat voor de inbreng van kritische
kanttekeningen. Er is in 1 van de vergaderingen gesproken over de
vervoerswaardestudie. Dit is uiteindelijke de kern van de zaak.
Uiteindelijk gaat het om het uitgeven van Ÿ 1,6 miljard voor een lijn
waarvan we eigenlijk nog niet goed weten waar die toe dient. In 1 van
de platforms is opgemerkt dat volgens de vervoerswaardestudie het zo is
dat, op het belangrijkste knooppunt, het CS, verwacht wordt dat in de
spits tussen 16.00 en 18.00 uur 12 personen zullen overstappen van de
Noord-Zuidlijn op de tram en 8 personen van de tram op de Noord-
Zuidlijn. Ik lieg niet, ik citeer en het Projectbureau heeft het keurig
genotuleerd en het antwoord luidt: deze vragen behoeven nadere
bestudering, we komen er nader op terug. Maar we hebben er niets meer
over gehoord. Het lijken mij hele kernachtige problemen, moeten we
hiertoe zoveel geld uitgeven. Voor die Ÿ 1,6 miljard gaan we een last
aan van Ÿ 96 mln. rente per jaar ofwel Ÿ 265.000,- rente per dag, dan
heeft er nog geen trein gereden. Dat is meer dan Ÿ 1,- per potenti‰ le
passagier. Wij vinden dat je heel fundamenteel moet nadenken over de
vraag of de lijn in de huidige voorstellen ergens komt te liggen waar
Amsterdam er iets aan heeft. Het gaat erom of dit gekozen trac‚ niet
veel te veel gedomineerd wordt door de gekozen techniek, dan dat de
stad er over 50 jaar nog plezier van heeft. Hij gaat net buiten alle
belangrijke centra om. Hij brengt je van waar je niet bent naar waar je
niet wezen wilt. Wij doen een dringend beroep u zich af te vragen of in
de voorbereidingen tot nu, voldoende aandacht is geven aan alle
alternatieven en of er niet veel te gemakkelijk bepaalde alternatieven
zijn weggewuifd onder het motto: wij moeten van de raad zodanige
ontwerpen maken dat er niet hoeft te worden gesloopt en er geen hinder
voor de omgeving mag ontstaan. Wij hebben het gevoel dat dit een heel
erg dominerende factor is geworden bij het presenteren van de plannen.
De vraag is of in dat opzicht het huidige trac‚ beter is dan het andere
trac‚. Wat opvalt is dat alle dingen die bij het ene trac‚ als een
gigantisch probleem worden gezien, bij het nadere trac‚ volledig worden
weggewuifd. Het is geen enkel probleem om onder woningen door te boren,
maar een groot probleem om vlak langs woningen te boren. Bij kritisch
bezien van een en ander valt op dat de argumentatie heel erg ambivalent
is en heel erg in een bepaalde richting geschreven.
Weth.: bij de ter inzage-stukken ligt ook het stuk van 27 maart jl. de
standpuntbepaling van het platform Zuid inzake de Noord-Zuidlijn
 
Dhr. van Waard voorzitter van de vereniging Vrienden van het
Beatrixpark: De vereniging Vrienden van het Beatrixpark is niet bepaald
klein als bewonersgroep. We maken deel uit van het Platform Zuid en van
het comit‚ Metro-Zuid en die standpunten delen we dan ook. Nu dreigt er
een misverstand te ontstaan. Toen wij een tijd geleden voor het eerst
hoorden dat de metro in het Beatrixpark boven de grond zou komen waren
we lichtelijk in paniek en hebben toen gezocht naar een mogelijkheid om
de schade te beperken als de metro dit trac‚ zou gaan kiezen. Wij
hebben daarover een rapport laten uitbrengen dat u een paar maanden
gelden allemaal van mij hebt gekregen. Dat heet: de metro of de RAI-
boog. Het punt doet zich voor dat wij in de gesprekken met het
projectbureau hebben gemerkt dat zij dit hebben ge‹nterpreteerd als een
steun van de Vrienden van het Beatrixpark voor de eigen plannen van het
GVB. Ik wil er nadrukkelijk op wijzen dat dat een verkeerde opvatting
is. Wij staan geheel binnen de idee‰n van het platform dat net is
uitgereikt. Mocht dit niet de plaats zijn dit soort geluiden te laten
horen, dan komt dat mede daardoor dat we geen mededeling krijgen van
deze vergadering. Toevallig kwam ik iemand tegen die het mij vertelde.
Graag wil ik de agenda toegezonden krijgen.
Voorz.: Het toezenden van de agenda wordt geregeld.
Dhr. K”hler: u verwees naar het standpunt van de vorige spreker. Hierin
pleit u zowel voor een besluit dat er geen enkele sloop mag
plaatsvinden t.b.v. het trac‚. En in een ander besluit spreekt u zich
uit voor nadere uitwerking van het trac‚ F. Bolstraat. Moet ik daaruit
opmaken dat u van mening bent dat het trac‚ F. Bolstraat kan worden
uitgewerkt zonder sloop?
Dhr. B”ttcher: Inderdaad, we zijn van mening dat daar te weinig
creativiteit in is gestoken. De creativiteit is met name gestoken in
datgene wat men eerder al voor ogen had. En we vinden dat de studie F.
Bol eigenlijk aanwijzingen geeft, het is ook door technici bekeken, dat
met een aantal aanpassingen van de bouwmethoden daar, het mogelijk zou
moeten zijn om de hinder verder te beperken dan in de huidige
voorstellen staat beschreven. Wij begrijpen dat wanneer na grondige
studie blijkt dat dat onvermijdelijk is, u voor een nieuw probleem
gesteld wordt. Wij adviseren overigens wel hetzelfde onderzoek te laten
doen naar het trac‚ dat nu voorgesteld wordt en waar zondermeer van
wordt gezegd dat het zonder sloop kan, terwijl het daar onder panden
doorgaat. Het grappige is als je onder een pand doorgaat, dan kom je
vanzelf langs de belending. En het rare is dat dit dus een
tegenstrijdigheid is in het gemak waarmee over de S-boog wordt
gesproken en waarvan wordt gedacht dat dat zonder sloop kan en de F.
Bolstraat, waar onmiddellijk het woord sloop valt.
 
Voorz.: Nogmaals, de vraag luidt: Wilt u deze stukken in deze vorm
vrijgeven voor inspraak?
 
Commissie:
Dhr. Robbers: Ja, dat wil ik. Ik ben van mening dat de stukken zeer
uitgebreid zijn en goed gedocumenteerd. Ik ben wel van mening dat een
aantal van de dingen die hier zijn opgenoemd, en waarbij de suggestie
is gedaan dat dat ten onrechte niet is aangeboden als te bekijken
alternatief, indien het weerlegd kan worden bij de ter visie stukken
moet worden weerlegd. Ik wil best kiezen voor de Boerenwetering in de
volle overtuiging dat het ook door de F.Bol had gekund, maar dan is het
een politieke keuze. Als nu wordt gesuggereerd dat ik moet kiezen voor
de Boerenwetering omdat ik niet voldoende ge‹nformeerd ben over de
mogelijkheden van de F. Bol is het geen politieke keuze meer. Ik wil de
politieke keuze kunnen maken. Daarom vraag ik aan het projectbureau om
nog te kijken naar die cruciale punten waarop van veel kanten echt
gevraagd wordt om een onderbouwing van de stelling dat een alternatief
slecht of onmogelijk is, om daar nog meer aandacht aan te besteden en
dat toe te voegen aan de stukken. Dan kunnen we daarna een goede
politieke afweging maken. Dan is dat ook een vorm om meer recht te doen
aan de reeds bekende bezwaren. De ter visie-legging-periode gaat om
bezwaren die nu door belanghebbenden kunnen worden gemaakt en aan ons
kunnen worden voorgelegd om in onze afweging mee te nemen. Ik denk dat
ook hierin de reeds bekende bezwaren alvast serieus kunt nemen.
Mw. Spier: gevraagd wordt of we de stukken vrij willen geven voor
inspraak. Ik kan natuurlijk meteen roepen: ja dat wil ik. Door schade
en schande wijs geworden denk ik dat dit toch het moment is een aantal
meningen te ventileren namens mijn fractie. Anders krijg ik later: dat
had je in een eerder stadium moeten doen en ik wens het in dit stadium
gezegd te hebben. Of u het dan nog voor inspraak wil vrijgeven, moeten
we dan nog maar zien. De vraag is ook of de aangepaste voordracht
grootstedelijk project er zo door kan. In principe zijn we het
uiteraard eens. Maar het besluit 1 is wat ons betreft niet los te zien
van het Programma van Eisen van het trac‚ dat voorgesteld wordt. Want,
besluit 1 is geheel toegesneden op het voorgestelde trac‚. Daar wil ik
toch een slag om de arm kunnen houden. Wat ik vind overigens in die
voordracht, is geen enkele verwijzing naar de situatie na 1998. We
hebben het over een grootstedelijk project, maar wordt het dan daarna
een provinciaal project? En hebben we dan een provinciaal project? Wat
in dat stuk ook opvalt is de spanning, voornl. de financi‰le spanning,
tussen het project en de projectomgeving. Daarin staat nl. gesteld:
wellicht kan er een beroep gedaan worden voor de projectomgeving op
dezelfde subsidiegever. Maar dat woord 'wellicht' is voor mij toch te
vaag. Ik ga wat meningen geven namens mijn fractie, dan weet u waar u
aan toe bent.
Het principe, de aanleg van een regiolijn Schiphol-Purmerend wordt door
onze fractie geheel onderschreven omdat er een bijdrage geleverd moet
worden aan de oplossing van het probleem van de toenemende congestie.
Naast overigens een extra wegcapaciteit vooral boven het
Noordzeekanaal. Maar dit is dus een bijdrage aan de oplossing voor het
congestie-probleem en dat is de reden waarom wij zeggen dat die
regiolijn er moet komen.
Dhr. Robbers: Excuus voor de onderbreking maar we hebben niet besloten
dat er een regiolijn moet komen, maar we hebben besloten op 9 maart
1994 in de Raad dat er voortvarend moet worden uitgewerkt het
voorkeurstrac‚. Dat de halte CS onder het open havenfront moet komen.
Dat er 1 halte Stadshart onder het Rokin moet komen. We kunnen nu wel
de hele vage uitgangspunten gaan bespreken, maar dat vind ik zonde van
mijn tijd. Kan dit niet schriftelijk.
Mw. Spier: ik vind het vervelend dat u zich zo opstelt en ook weinig
constructief. Nu het ter tafel ligt wil ik het hele probleem met u
uitdiepen en ook de voorgeschiedenis.
Dhr. Robbers: we zouden deze hele vergadering niet eens gehad hebben
als we niet tot een formeel besluit moesten komen. We hebben het er 14
dagen geleden over gehad dat dit geen discussie vroeg, omdat het een
kwestie was van vrijgeven voor inspraak.
mw. Spier: het formele besluit is of het de inspraak in kan en ik kan u
ook van te voren vertellen dat het wat ons betreft zo niet de inspraak
in kan. Maar dan denk ik dat dat weinig constructief is in onze
gezamenlijke besluitvorming.
 
 
 
De keuze voor de eerste aanleg van het centrumstuk is begrijpelijk
gezien de toenemende aanlegproblematiek enz.
Ik ga nu de meetlat leggen naast het centrumstuk. De meetlat die we
voor het hele Noord-Zuidproject hebben gehanteerd. Nl. de voorwaarde
van de rijksfinanciering, de minimale overlast en de meerwaarde. Dit
waren de uitgangspunten die golden bij de aanleg van de Noord-Zuidlijn.
 
-Financiering: het project en de aanheling worden in principe door het
Rijk gefinancierd.
-Het project-projectomgeving: wellicht dezelfde subsidiegever. Zo niet,
dan krijgen we een probleem, want dan moet de centrale stad daar
waarschijnlijk voor gaan opdraaien in een verdeelsleutel naar de
betrokken Stadsdelen. En dan heb ik dhr. Smit horen zeggen in eerder
stadium: de extra wensen die de stad stelt aan dit hele project kunnen
leiden tot een open-eind- financierings-situatie voor de stad. En dat
kan dan een financieel zo zware belasting worden voor de stad dat we
ons tegenover de andere noodzakelijke zaken in deze stad mogelijkerwijs
zouden kunnen vertillen. Dus ik vind het een verschrikkelijk belangrijk
punt dat dit goed wordt toegelicht.
-overlast: bij de trac‚keuze hebben we gezegd dat er geen sloop mag
plaatsvinden. Dat was een uitgangspunt. Maar minimale overlast is ook
een uitgangspunt. Dit gaat niet altijd samen. De toepassing van de
diepe boormethode voorkomt een heleboel overlast, maar u stopt met het
toepassen van de diepe boormethode al midden in de Boerenwetering. Er
moet dus een heel groot stuk met een open bouwsysteem gebeuren. En dit
veroorzaakt gigantische overlast. Dit begint al op de helft van de
Ruysdaelkade en dat loopt helemaal door naar het Beatrixpark.
-de meerwaarde: daar kom ik op de vervoerswaardeprognose zoals ze nu
gesteld worden. Nog steeds een prognose van 160.000 in de eerste fase.
Wat ons betreft is dat hele vervoerswaarde-onderzoek nog onvoldoende
onderbouwd. Ik ben het daar met de insprekers volledig over eens. Zeker
ook in relatie tot het bestaande vervoernet. Voor Noord de relatie tot
het streeknet, in de binnenstad de relatie tot het bestaande vervoer,
en ook overigens in de andere stadsdelen, en ook de meerwaarde richting
Schiphol is wat mij betreft nog onvoldoende onderbouwd. De afstemming
met wat de NS doet is niet alleen gewenst, zoals in het stuk staat,
maar wat mij betreft een must. Je moet dit soort systemen voldoende op
elkaar afstemmen. Anders ben je ins blaue hinein bezig. De
vervolgstudies ontbreken nog en ik denk dat een aantal van de
insprekers gelijk heeft als ze zeggen dat je veel meer moet weten over
de vervoerswaardestudie. Bovendien is er natuurlijk de samenhang met de
fijnmazigheid van het bovengrondse OV-net. Wat is er handhaafbaar? Ik
denk dat dhr. Hageman groot gelijk heeft als hij zegt dat onderzoek
komt pas in november en u wordt verondersteld al eerder besluiten te
nemen terwijl we over onvoldoende informatie beschikken om tot
verantwoorde besluitvorming te komen. Dan moet de meerwaarde dus ook
uit de trac‚keuze blijken. Het uitgangspunt van het geheel is een
regiolijn. Dan moet je een trac‚ kiezen, en dan moet je ook stations
kiezen en dat moet je dan zo doen dat er ook een meerwaarde blijkt. Het
trac‚ heeft wat ons betreft onvoldoende aansluiting op belangrijke
punten uit cultureel/toeristisch oogpunt en van economisch belang;
Museumplein en m.n. ook de RAI. Het voorgestelde trac‚, vanaf de
Vijzelstraat, geeft de VVD nog steeds grote twijfels. U gaat veel te
vroeg de diepe boormethode verlaten; en de aansluiting op de RAI is
absoluut onvoldoende. Het trac‚ van de Wielingenstraat voldoet niet aan
de voorwaarden die in het stuk zelf ook weer herhaald worden:
aansluiting op een belangrijke voetgangersroute, waar? Het is ook geen
volstrekt vanzelfsprekende plaats wat ook ‚‚n van de voorwaarden is.
Als ik het sterker wil zeggen dan ligt het station Wielingen volstrekt
op de verkeerde plaats. Het zit aan de verkeerde kant van de RAI, die
dit zelf onderstreept. Als u deze keuze doet, dan is dat alleen maar te
verklaren als er plannenmakers zijn met een geheime of een dubbele
agenda. Als je zo'n plan bedenkt over de long van Zuid, het
Beatrixpark, dan denk ik dat er mensen zijn met andere
ontwikkelingsplannen waarover tot nu toe nog niet wordt gepraat. Als
dat zo is, dat er andere plannen zouden liggen, die dus eventueel een
dergelijke ingreep in het Beatrixpark en aan die kant van de RAI wel
verantwoord maken, dan wil daarover ook voldoende ge‹nformeerd worden.
Als er ontwikkelingsplannen zijn in de richting van het Beatrixpark,
dan wil ik die nu op tafel hebben!
Voorz.: ik ook!
Mw. Spier: zo niet, dan is voor ons meer voor de hand liggend, de keuze
voor het F.Bol-trac‚. Omdat die een veel hogere vervoerswaarde heeft.
Dan moet u dat trac‚ verder onderzoeken. Of, eventueel, zoals hier net
gesteld wordt de variant van de RAI-boog, hoewel die een hoop
complicerende bijzaken heeft. Wat ons betreft dus RAI-aansluiting aan
de kant van het RAI-plein en het NS-station RAI. Als u daar nog heel
diep over na moet denken dan koppel ik dat meteen aan het moment van
aanleg en de keuze van aanleg: begin je eerst in Zuid of Noord. Dan zou
u de tijd kunnen gebruiken om in Zuid nog een aantal onderzoeken te
doen als u vast in Noord aan de voorbereidingen zou willen beginnen.
Dhr. Niamut: onderzoek doen in Zuid en in Noord aan de voorbereiding
beginnen, wat bedoelt u hiermee?
Mw. Spier: omdat nog steeds open is aan welke kant we zullen beginnen,
en de vervoerswaarde en de milieuwinst ligt in Noord hoger. Je zou
kunnen overwegen met de voorbereidingen te starten.
Dan is me opgevallen dat in het Programma van Eisen vermelding wordt
gemaakt van het opheffen van parkeerplaatsen, dat lijkt me
onvermijdelijk, en daar heb ik ook niet zoveel bezwaar tegen als er dan
een integraal plan bijkomt van parkeergarages. Als u dan toch
ondergronds gaat, kijk dan dus naar de tegelijktijdige aanleg van
parkeergarages waar we zo om zitten te springen. En informeer ons
daarover.
Als u voor het trac‚ Boerenwetering zou kiezen, quod non wat betreft
de VVD op dit moment, dan is er samenval, waarschijnlijk, met de
herprofilering van het Museumplein en dus de opheffing van de
Museumstraat. Ik weet niet of u zich realiseert wat dit voor gevolgen
heeft voor dat deel van de stad.
Voorz.: wat bedoelt u? De werkzaamheden of dat de Noord-Zuidlijn
dichter langs het Stedelijk Museum en het Concertgebouw zou moeten
lopen.
Mw. Spier: dat had ik al in het vorige stuk aangegeven, maar niet in
dit stuk. Ik heb het net al over het Museumplein gehad. Samenvattend:
voor ons dus niet zomaar de inspraak in. Als u politieke medewerking
van de VVD wilt, dan zijn er een aantal voorwaarden:
-sterke bestuurlijke begeleiding. E‚n van de bezwaren bij deze hele
opzet vinden wij dat het GVB opdrachtgever,-nemer en exploitant is.
Daar hoort een hele sterke bestuurlijke begeleiding bij.
Dhr. Niamut: u betwijfelt niet de driehoeksverhouding bij het GVB, u
overweegt niet dat er een andere exploitant zou moeten zijn.
Mw. Spier: dat station is gepasseerd. We hebben het allang over de
organisatie gehad. Vervolg van de samenvatting:
-Volledig inzicht in de financiering. Vooral het stuk van de eigen
bijdrage van de centrale stad voor het project en de projectomgeving.
-onderbouwing van de vervoerswaarde in relatie tot het bestaande OV. En
dit nog voor dat de besluitvorming plaatsvindt.
-Ik heb geruchten gehoord dat de doortrekking van de regiolijn naar
Purmerend behoorlijk onder spanning zou staan: als dit zo is wil ik dit
graag toegelicht hebben.
-De VVD wijst voorlopig het Wielingentrac‚ af en dat de VVD een
voorkeur uitspreekt voor het verder onderzoeken van de F.Bol en het NS-
station RAI. De VVD wenst ook een garantie voor het behoud van het
Beatrixpark. De VVD spreekt een voorkeur uit voor een onafhankelijke
contra-expertise m.n. ook voor de onderzoeken naar de F.Bolstraat.
Voorz.: u wilt in deze vorm niet vrijgeven voor inspraak?
Mw. Spier: u mag het stuk best de inspraak insturen, maar de historie
heeft mij geleerd dat ik in ieder geval de punten van mijn fractie
duidelijk gesteld wil hebben, zodat wanneer we echt gaan besluiten niet
roept: dat had je dan maar eerder moeten zeggen. Het is voor mijn
fractie van wezenlijk belang dat dit soort zaken behoorlijk wordt
toegelicht. En als dat niet zo is krijgt u van mijn fractie geen
politieke medewerking.
Voorz.: het lijkt mij handig en netjes als de meerderheid van de
commissie vindt dat de stukken de inspraak in kunnen, dat dan de
notulen van deze vergadering meegezonden worden. Dan weten de
insprekers bij wie en hoe te lobbyen.
Mw. Spier: voor dat dat gebeurt, wil ik de notulen wel gezien hebben.
Dhr. K”hler: nu uit de inbreng van mw. Spier blijkt dat het stuk niet
de steun heeft van alle college-partijen, is het dan niet nodig nader
beraad in het college te voeren? Ik wil niet nu een carte blanche aan
het college geven.
Mw. Agtsteribbe: buitengewoon jammer dat we zo'n belangrijk stuk zo
laat gekregen hebben. Daarbij constateer ik dat er een stapel bijlagen
ligt, waarvan u al aankondigde dat dit 2 kilo is. U vraagt of het de
inspraak in kan. Ja of nee is makkelijk, alleen moet er een motivatie
bij. Vorige week donderdag hebben we de stukken gekregen. In dit soort
zaken ben ik gewend nog te overleggen met een groep mensen binnen mijn
partij, ook nog contacten te nemen naar buiten om goed voorbereid ja of
nee te zeggen als er door het college zo een belangrijke vraag aan de
fractie wordt gesteld. Op deze manier was dat een buitengewoon moeilijk
te beantwoorden vraag. Wat heeft u aan ons en vanuit welke criteria
zullen wij deze stukken gaan beoordelen. Ik zeg dat zo vanwege het feit
dat wij straks natuurlijk nog met duidelijk op- en aanmerkingen komen
met commentaar, zodat u weet in welke richting en met welke ogen wij
deze stukken nader gaan beschouwen. Natuurlijk gaan we uit van het feit
dat we voortvarend moeten werken. Dat hebben we ook besloten. Dat er zo
min mogelijk gesloopt moet worden, dat er, helaas, een halte in het
stadshart komt, dat de kosten niet uit de pan moeten rijzen en dat we
dat alles in samenhang moeten brengen en dat we het ook buitengewoon
belangrijk vinden, dat maatschappelijke factoren minstens even zwaar,
zo niet zwaarder wegen dan technische factoren. Dat zeg ik om redenen
die ik kan opdoen uit de praktijk. Als ik alleen al kijk hoe onze
huidige metro functioneert, dan kan je best tevreden zijn over de
vervoerscijfers, maar om de plaatsing en werking van stations, de
(sociale) veiligheid in en om deze OV-structuur maak ik mij grote
zorgen en het is voor mij echt een voorwaarde dat de lijn, als we hem
aanleggen, en dat gebeurt, dat deze (sociaal) veilig wordt. Niet alleen
als je binnen de metrostations bent, maar ook in de omgeving. Daarvoor
is meer nodig dan alleen maar tourniquets. Ik woon er boven op, ik maak
er dagelijks gebruik van, ik weet waar het over gaat. Dit zal bij de
kosten duidelijk moeten worden, de exploitatie is naast de aanleg ook
een verhaal, zodat we met open ogen een besluit kunnen nemen. Graag zag
ik de volgende vraag beantwoord: wat is de ruimte om in te gaan op
alternatieven, opmerkingen, de mogelijkheid om e.e.a nog nader te
onderzoeken. Zowel financieel als in de tijd, en dan ook de
mogelijkheid om een onafhankelijk instituut/ persoon in te schakelen om
de schijn die er zou kunnen ontstaan van te technisch, bijv. niet
geheel onafhankelijk, zodat je uiteindelijk, als we ja zeggen dit goed
onderbouwd kunnen hebben. Ik vraag dit ook omdat we nu 1 « maand hebben
voordat de inspraak wordt afgesloten. Dan heeft u de zomerperiode om
daarop te reageren en een bestuurlijk verhaal te schrijven en dan
krijgen wij het in september terug. Dan moet u daarna vrij snel gaan
werken aan een concept-subsidie-aanvraag, want dat moet allemaal rond
zijn om het volgend jaar in de raad te krijgen. Die tijd is kort als
wij zeggen dat wij een nader onderzoek willen op dit of dit punt. Ik
vind het moeilijk dat nu al te zeggen, ik heb hetpas zo kort in huis.
Ik vond het jammer dat u in het stuk schrijft dat wij na het tweede
kwartaal de vervoerswaardecijfers wat uitgebreider zullen krijgen, er
zou nog een nadere studie plaatsvinden. Die vervoerswaardecijfers zijn
een knelpunt in alle discussie van de platforms geweest. Willen we goed
kunnen argumenteren, dan moeten we keihard weten dat de
vervoerswaardecijfers kloppen, dat u ze juist interpreteert en dat we
het met u eens kunnen zijn, of dat we daar, mogelijkerwijs, andere
opvattingen over houden, zodat we u nog nader kunnen verzoeken uw
mening bij te stellen of iets te onderzoeken. Die cijfers komen dus
ongeveer op het moment dat de inspraak sluit. Ik vind dit niet echt
synchroon en ook niet productief om tot een goede meningsvorming in de
inspraak te komen. Wij kunnen dat dan nog wel bestuderen en over praten
voor de commissievergadering, maar eigenlijk vind ik de timing niet
zoals deze zou moeten wezen. Temeer, als we moeten argumenteren over
het bovengronds OV en de mogelijke uitdunning of het verdwijnen van
lijnen. Als er een verdunning gaat plaatsvinden, dan moeten we dat
weten en dan moeten we ook kunnen zeggen en dan moeten we dat weer
kunnen beargumenteren. Als u bijv. verdunt op Dam, Weteringcircuit, dan
moet dat ook weer, mede door diezelfde cijfers, onderbouwd worden.
Graag zou ik daar toch nog wat meer aansluiting op gehad hebben.
Ik hoor steeds van mensen die bij de platforms geweest zijn, van mensen
die kennis hebben genomen van stukken die tussentijds verschenen zijn:
wij hebben de indruk dat alle essenti‰le zaken al vast liggen. Waar
kunnen we nog over praten. Als raad en fractie hebben we daarop geen
antwoord. Er zijn echter een aantal zaken waarop we nog niet besloten
hebben: plaatsen van stations. Daar moeten wij nog, niet gehoord de
technische studies, niet gehoord de mogelijk alternatieve studies een
politieke besluit over nemen. Wat we waar willen en waarom. We hebben
dat besloten voor de binnenstad, maar we komen dan terecht bij het hele
trac‚ met alle stations. En daar is nogal wat over te zeggen. En ‚ ‚n
van de punten waarvan ik denk dat je dat beter moet onderbouwen is: het
voorkeurstrac‚ zoals het nu gepresenteerd is gaat onder de Pijp door,
komt in de Boerenwetering terecht, daar moet natuurlijk bij de Frans
Halsstraat het e.e.a. gebeuren, dat is niet alleen een vervoersverhaal,
dat is ook een maatschappelijk verhaal. Daar zitten mensen met hun
woningen, met hun winkels, dat is een ontzettend aardig stukje stad.
Dan heb je dus hele sterke argumenten en overtuigingskracht nodig, als
je zegt dat dat zo moet. En dat is meer dan het technische verhaal
zoals ik het nu uit de boeken haal. Ik denk dat eigenlijk veel meer
mensen ge‹nteresseerd zijn en betrokken moet worden dan de 40 mensen
uit Zuid. Met alle respect voor het werk en de interesse, want daar ben
ik zeer blij, dat mensen zich er nader in verdiepen en ons dan ook weer
nader informeren. Hoe meer mensen er van horen, hoe dichterbij het
komt, hoe meer mensen zich zorgen maken. Er moet meer mogelijkheid zijn
om werkelijk met de stad van gedachten te wisselen. Van alles wat we
doen moet van begin af aan duidelijk zijn dat we het doen, waarom we
het doen en dat we open staan. Als we nu goed praten, als we nu
tegemoetkomen aan bezwaren, mits deze reel zijn, als we dingen die reel
zijn, waar we niet aan tegemoet kunnen komen, ook goed kunnen
beargumenteren, dan voorkomen straks eindeloze procedures etc. Ik zou
willen voorkomen dat er weer een opstand komt zoals toen met de
Oostlijn. Dat had te maken met de manier waarop gewerkt werd. Als we nu
heel goed en heel open beginnen, dan denk ik dat we dat kunnen
voorkomen omdat het algemene gevoel is dat een Noord-Zuidlijn, een
regioverbinding, nuttig is. We kunnen hem aanleggen met een minimum aan
schade. Maar op dit moment, zoals het nu gaat, zou ik bijna moeten
samenvatten: we zijn onze eigen tegenstand aan het kweken. Laten we
zorgen dat we onze medestanders kweken door een hele open houding en
het goed onderzoeken van alternatieven. Als we daar ruimte en tijd voor
hebben dan kunt u wat mij betreft, ik heb er vluchtig kennis van
genomen, dit de inspraak in sturen.
Voorz.: dit betekent dus: wel de inspraak in en dezelfde aanvulling als
waar dhr. Robbers om heeft gevraagd plus een aantal voorwaarden en geen
vastlegging van het definitieve standpunt enz.
Dhr. van Duijn: Voorop staat dat het OV onder de grond in de visie van
de Groenen toch altijd een soort noodoplossing blijft, een soort dure
vlucht voor de auto. De opmerkingen over de extra onveiligheid snijden
echt wel hout. Het blijft gewoon een feit dat zonlicht veiligheid
schept. Ook is het in een grote stad als Amsterdam een verschijnsel dat
drugsverslaafden etc. hun toevlucht daar zoeken. Ik zit ook elke dag in
de metro, ben op zichzelf blij dat het functioneert, heb er plezier van
maar dat is verschijnsel dat veel mensen ervan weerhoudt er gebruik van
te maken. Er zijn dus extra risico's verbonden aan ondergronds OV. Ik
zwijg nog maar over wat er in Tokio is gebeurd. Die dingen zitten er
dus aan en die zitten er niet aan als je boven de grond gaat. V.w.b.
vervoerswaarde: ik geloof er wel in dat zo'n lijn een hoge
vervoerswaarde kan hebben. Ik kan me wel herinneren dat destijds over
de Oostlijn ook getwijfeld werd over de vervoerswaarde maar dat is,
zeker achteraf, een van de zwakste punten van kritiek geweest. Ik denk
echt dat het in een grote behoeft kan voorzien. Goed OV Noord-Zuid door
de stad heen en ook regionaal, daar geloof ik echt in. Ik ben het er
ook mee eens, dat de gevolgen voor het bestaande, bovengrondse OV wel
ingrijpend zouden kunnen zijn. In het verleden hebben we daar ook al
vragen over gesteld. Er zouden rapporten over komen, maar voorzover ik
daarvan op de hoogte ben, zijn daar nog geen duidelijk antwoorden op
gekomen. Die twijfels moeten echt weggenomen worden, daar heeft de stad
behoefte aan. Ik vind ook, nog steeds, dat het prettig is dat de
Oostlijn vier stations heeft in de binnenstad, CS, Nieuwmarkt,
Waterlooplein en Weesperplein waarvan gretig gebruik wordt gemaakt,
terwijl de Noord-Zuidlijn er drie heeft, CS, Rokin en Weteringcircuit.
Ik vind het nog steeds een belangrijk punt van overweging dat er nog
een tweede station in de binnenstad zou moeten komen voor de Noord-
Zuidlijn. Destijds is voor de Oostlijn voorgesteld om over de
Geldersekade te gaan. En heel lang, ook nu nog blijft knagen of dat
niet beter was geweest. Daarom is het belangrijk om nu een voorgesteld
alternatief trac‚ door de F.Bolstraat heel serieus te nemen. Dat kan
ook en dat vermijdt dat je aangewezen bent op onder de grond door en
onder de huizen en bebouwing van de Pijp door te gaan. Ik vind het ook
heel belangrijk dat gezocht wordt naar een oplossing voor het
Beatrixpark. Dat dat niet verder wordt aangetast. Het is nl. al
behoorlijk aangetast door de uitbreiding van de RAI en zit nog steeds
in de gevarenzone. Ik vind dat het stuk zoals het er nu ligt nog niet
rijp is voor de inspraak want die alternatieve variant is niet
uitgewerkt, terwijl die wel re‰el is. Ik zou dus het plan om de door de
F.Bolstraat te gaan onderzocht willen hebben. Verder wil ik het idee
dat onderzocht moet worden dat in de binnenstad nog een halte moet
komen en het idee dat het mogelijk is bovengronds te gaan op Damrak en
Rokin handhaven. Ook in Detroit gaat een metro-achtige verbinding in
zulke stukken centraal in het centrum boven de grond. Mijn standpunt is
dus: het kan niet de inspraak in tenzij het alternatieve trac‚ er
uitgewerkt aan toegevoegd wordt.
Voorz.: behalve de aanvulling Robbers wilt u dus een uitgewerkte keuze.
Dhr. K”hler: ik citeer uit het programakkoord, uit de Pre-ambule van
het programakkoord van VVD, D66 en PvdA: 'al te lang is gretig gepraat
over het onvermogen van de overheid het programakkoord '94-'98 beoogd
door het scherpstellen van de hoge doelen ... niet met het accent op de
eigen beperkingen, maar juist met geloof in eigen kunnen, veel te
investeren in de bereikbaarheid van Amsterdam en de plannen voor de
Noord-Zuidlijn enz.' Nu de op een na grootste collegepartij, politiek
gezien, geen politieke dekking meer geeft en het wel genoemde
alternatief van de VVD, beginnen in Noord, waar wij weten dat de
financiering voor het deel van Noord niet voor 2005 geregeld zal
worden, als het er al ooit komt, toch eigenlijk ook een alternatief is
om de zaak voor onbepaalde tijd te verdagen, kunt u van ons niet
verwachten dat wij nu die politieke dekking tot elke prijs geven. Ik
denk dat we er dan eerst eens in de Raad moeten praten over hoe de
politieke verhoudingen liggen. Doorwerken met miljoenen guldens op
eigen risico voor iets dat onvoldoende politieke dekking heeft, danwel
de VVD elke keer de kans geven voor alle verantwoordelijkheden weg te
lopen, daar doet onze fractie niet meer aan mee. We hebben nu
dienstregeling van het GVB, hiermee vergeleken natuurlijk peanuts, al
door de Raad moeten slepen als niet-college-partij tegen de manoeuvres
van de VVD in. Voor ons komt er een keer een end. Er moet politiek
kleur bekend worden, ook door het college. Ik denk niet dat op een
hoofdpunt, door henzelf als hoofdpunt van beleid verklaard, het college
inclusief de VVD-wethouders een andere lijn zou kunnen trekken dan de
fractie, zonder dat dit politieke consequenties heeft. Wij zouden dus
graag zo snel mogelijk in de Raad hierover praten. Ik piep het stuk
naar de Raad. Mogelijk over 3 weken. De ambtelijke voorbereiding zal,
neem ik aan, niet worden stilgezet, maar het vrijgeven voor inspraak
klaarblijkelijk wel.
Voorz.: u piept dus het stuk en het besluit voor inspraak vrij te geven
naar de raad. Dus het kan niet voor inspraak vrijgegeven worden voordat
er raadsbehandeling heeft plaatsgevonden. De piep kan ingetrokken
worden, en zo niet dan betekent dat raadsbehandeling.
Dhr. K”hler wil ter voorbereiding van raadsvergadering nog wat dingen
vragen.
-Kan er tegemoet gekomen worden aan het verzoek om de
vervoerswaardestudie in relatie tot de ontwikkeling van het bestaande
net, waar in de begeleidende brief van 18 april jl. van dhr. Smit nog
sprake is, en het genoemd wordt 'het regionaal karakter van de lijn en
functionele toetsing in relatie tot het bestaande net' om dat, anders
dan in het eigenlijke stuk staat, te presenteren voordat we moeten
besluiten over het definitieve Programma van Eisen. Desnoods in de vorm
van een globale studie, die dan toch genoeg inzicht geeft, danwel kan
leiden tot nader uitstel als het onvoldoende inzicht geeft.
-De nadere studiemogelijkheden inzake reserveringen van aftakkingen van
de Noord-Zuidlijn die in diezelfde brief worden aangegeven: Kunnen die
v.w.b. de aftakkingen in Noord ook dan gepresenteerd worden? Meer
gericht is daar mijn vraag of de mogelijkheid nadrukkelijk wordt
opengehouden om richting Zaandam een directe verbinding zonder
overstappen te maken. Het gaat m.n. ook om de ruimtelijke reserveringen
die daarvoor nodig zijn. Op het kaartje is het niet duidelijk. Ik vraag
het ook hierom omdat wij op termijn meer zien in, en zeker hogere
prioriteit toekennen aan, een verbinding met Zaandam dan een verbinding
met Purmerend, en ook niet willen pleiten om bij een metro-achtig
vervoer allerhande overstapverbindingen extra te introduceren.
-Kan er gereageerd worden op het volgende: Is het waar dat volgens het
college een re‰le mogelijkheid bestaat op basis van het nu voorliggend
onderzoeksmateriaal dat het trac‚ F.Bolstraat uitgewerkt zou kunnen
worden zonder sloop? Dat lijkt me heel belangrijk omdat uit de stukken
blijkt dat dat trac‚ met een hogere vervoerswaarde afvalt vanwege de
randvoorwaarde van de Raad: geen sloop.
Voorz.: je kunt ook nog hebben dat er ergens een blokje is waarvan je
weet dat het binnen een paar jaar moet worden gesloopt.
dhr. K”hler: het zou kunnen. Die nadere informatie zou ik graag hebben.
Tenslotte kun je ook nog weer bouwen bovenop een metrobuis.
-Tenslotte zou ik graag nadere informatie willen hebben over wat nu bij
het voorgestelde stuk ter inspraak allemaal nog de varianten zijn die
voorliggen voor de halte in de buurt van de RAI. Ik begrijp niet
helemaal waarom de variant tussen de twee bruggen als variant
zondermeer geschrapt is. Dit wordt mij niet duidelijk uit de
voorliggende stukken. Er staan wel een paar argumenten, maar wat mij
betreft zijn die niet doorslaggevend. Waarom anderzijds wel een
mogelijkheid om dat op de Herman Heijermansweg te doen nu nog als
serieus alternatief wel in de inspraak wordt voorgelegd, anders
misschien als politieke variant, kan ik niet zo goed vatten.
Mede a.d.h.v. de antwoorden op die vragen zullen wij ons standpunt in
de raadsvergadering geven.
Dhr. Niamut: voor de bijdrage van dhr. K”hler heeft er wat overleg
plaatsgevonden, op basis waarvan het voorstel om dit stuk naar de Raad
te piepen door ons beiden zonder meer gevoed wordt. Ik piep mee. We
piepen samen omdat de bijdrage van de VVD, daar is dhr. K”hler net op
ingegaan, eigenlijk een bom legt onder de hele inspraak.
 
 
De VVD geeft
heel nadrukkelijk aan dat wat hen betreft de start, het trac‚ nog open
is. Of er in Noord begonnen kan worden, of misschien in Purmerend. In
feite legt u daarmee een bom onder dat wat wordt vrijgegeven voor
inspraak. Ik denk dat het bestuurlijk gezien verstandig is, om als er
iets voor inspraak wordt meegegeven, dat tenminste van de
collegepartijen verwacht mag worden dat ze er in grote lijnen achter
staan.
Voorz.: Mw. Spier heeft duidelijk te kennen gegeven tegen het
voorgestelde trac‚ te zijn.
Dhr. Niamut: dat willen we graag in de Raad nog eens een keer horen.
Onze bijdrage zal er op gericht zijn om een aantal knelpunten binnen
het trac‚ aan te geven. Dhr. K”hler heeft een aantal van die knelpunten
net genoemd. E‚n knelpunt heeft te maken met de vervoerswaarde en is
voor ons nogal een behoorlijke vraag: in de stationsclassificatie en
het dagaanbod van in- en uitstappers becijfer ik meer dan een kwart
miljoen gebruikers van de Noord-Zuidlijn. Een kwart miljoen t.o.v. een
miljoen gebruikers van het hele GVB vervoersnet moet leiden tot
vermindering van andere gebruiksmogelijkheden, tenzij het nieuwe
mobiliteitsbehoefte is. Dit betekent dat e.e.a. consequenties heeft en
deze consequenties en relaties daartoe worden onvoldoende duidelijk
gemaakt. Het is wel handig dit heel nadrukkelijk mee te nemen. Dit
stukje zit er niet in en het is goed om dit integraal af te wegen. Ik
ondersteun het behandelen in de raad en op basis daarvan heel duidelijk
te weten hoe m.n. de benadering van de VVD is om dit stuk voor inspraak
vrij te geven.
Weth.: Ik zal niet in het verleden duiken. Ik had verwacht dat er
kritische noten aan de orde gesteld zouden worden. Het is logisch dat
dat gebeurt. Het is een heel belangrijk project, ‚‚n van de
allerbelangrijkste op dit moment op de politiek agenda en voor de hele
stad van belang. We liggen wel op schema. Het projectbureau had beloofd
dat het programma van Eisen voor 1 april jl. op tafel gelegd zou
worden. Dat is gebeurd. Ik geef toe, het is een dik pak stukken en om
die nauwkeurig te kunnen bestuderen heb je meer tijd nodig. Die tijd
zullen we er allemaal voor moeten nemen maar ik kom er aan het eind nog
op terug, om het wel vrij te geven voor inspraak. Ik zou het traject
wel graag volhouden. Meerderen hebben zich aangesloten bij wat dhr.
Robbers al zei: er moet een hele duidelijke politieke afweging gemaakt
worden en daarvoor moet je alles op tafel hebben. Ik ben het daar mee
eens. Altijd heb ik in het overleg gezegd: alle stukken op tafel,
cijfers open en bloot, niks geen dubbele agenda's of wat dan ook.
Gewoon eerlijk communiceren met de stad. Goede voorlichting, goed
overleg via platforms, goed traject uitkiezen voor ‚n voorlichting ‚ n
inspraak. En zoals het procedureplan er nu ligt, wordt nog voorzien in
3 voorlichtingsavonden en 3 inspraakavonden en dan kan er nog een
hoorzitting georganiseerd worden. Er is al beloofd naar de raad toe dat
er nog nader onderzoek zou komen op een paar punten die hier ook van
belang zijn. Nog een extra onderzoek over de F.Bol hebben we al
toegezegd, daar zijn we nu mee bezig. De opmerking over de cijfers voor
de vervoerswaarde, dat dit moet worden afgestemd met onze
besluitvorming heeft mijn instemming. Die helderheid zullen we moeten
hebben en i.o.m. de voorzitter zal ik dit bezien. Er worden nogal wat
slagen om de arm gehouden en dat begrijp ik heel goed. Het zou heel
raar zijn als iedereen hier een definitief standpunt vanuit zijn
fractie op tafel zou leggen, want dan hebben we ook de inspraak niet
meer nodig. Want waarom organiseer je nou inspraak, dat is om goed te
luisteren naar de insprekers om daarna een politieke afweging te maken
via de commissie en de Raad. Ik ben niet de beroerdste, om wanneer er
bepaalde gegevens op tafel liggen, die je nog eens herinneren aan ons
eigen affiche van het oor. Dat oor wilde zeggen: luisteren. Maar dat
luisteren zou je er ook toe nopen dat je nog eens even achter dat oor
krabbelt. Want dat wat je te horen hebt gekregen kan je weer tot denken
aanzetten en wellicht dat je denkt, jeetje, daar heb ik nooit over
nagedacht. Ik ben het dan ook met mw. Agtsteribbe eens dat je hier niet
statisch, koud een politiek besluit moet nemen. Je moet een
maatschappelijk probleem oplossen. Daar ben ik wel van overtuigd, dat
met het aanleggen van een dergelijke, hoogwaardige OV-voorziening voor
de komende eeuw, de maatschappij van dan een grote eer mee moeten doen.
ik zou toch willen voorkomen dat de mensen dan zeggen: wat zijn ze gek
geweest in die tijd. Hadden ze die lijn niet even aan kunnen leggen.
Laten we eerlijk zijn, het woord metro is nu alom geaccepteerd, dat is
wel eens anders geweest. Er zijn nu heel veel mensen nu die zeggen: had
je dat niet uitgebreider kunnen doen. Dhr. van Duijn is daar een goed
voorbeeld van. Hij spreekt thans zeer positief over de metro en ik ben
hem daar zeer erkentelijk voor. Dat je keuzes moet maken over boven- en
ondergronds, daar zullen we in het debat over spreken. Ik ben het eens
met daar waar je zegt: op basis van goede gegevens moet je de discussie
ingaan. Er is nog onderzoek gaande en nodig. Dat moet allemaal op tafel
komen. We moeten zoals dhr. Robbers reeds heeft gezegd een duidelijke
afweging kunnen maken, binnen de randvoorwaarden die de Raad al eerder
gesteld heeft. Dan heeft mw. Spier een hele waslijst genoemd met zaken
waar nog wat aan voldaan moet worden, waar nog naar gekeken moet, wat
haar twijfels zijn, over de techniek. Alles haalt ze erbij. Ik had niet
anders verwacht van mw. Spier. Maar gelijk wordt de inbreng van mw.
Spier aangegrepen als: er ligt een bom onder het college. Mw. S[pier
kennende, en haar laatste debat in de Raad meegemaakt hebbende, twijfel
ik er toch een beetje aan of de soep zo heet gegeten moet worden. Maar
ik verlang wel van de VVD, ook als collegepartij, dat ze helderheid
schept. Ik vind dat we dat mogen verwachten. Ik zit hier met een stuk
namens het college, waar ook de VVD deel vanuit maakt. Ik ben groot
voorstander van dualisme, en het politieke debat schuw ik niet,
integendeel, maar het heeft natuurlijk wel zijn grenzen, want je mag
wel eens duidelijkheid vragen. Een kritische houding, die we allemaal
moeten hebben, heb ik ook. Dit betekent dat ik in de staf de
behandeling van de Noord-Zuidlijn helemaal heb afgezonderd omdat ik het
zelf ook goed en sterk wil begeleiden. Ik denk dat het project dat mag
vragen. Als u dan voorwaarden stelt, mw. Spier, en uiteindelijk vindt u
dat het daarmee de inspraak in kan. En die voorwaarden zijn dat we
altijd een volledig inzicht willen hebben in de financi‰n, dat we de
onderbouwing van de vervoerswaarde nog nader zullen zien, dat we nog
een standpunt moeten innemen over het station
Wielingenstraat/Beatrixpark. Waarbij ik maar gelijk zeg dat alleen maar
deze twee alternatieven in de stukken staan, dan is dat n.a.v. een
afspraak in de Raad dat we juist naar die twee zouden gaan kijken. Er
wordt nog nader onderzoek gevraagd. Als u het schema voor zich hebt
over de organisatie: een audit-commissie, allemaal deskundigen, noem
maar op. Het wordt van alle kanten bekeken. Het gaat conform Herweijer.
Ik ben niet tegen nog een onderzoek door experts, maar dan moet u ook
kunnen aantonen dat u bij iets dusdanig grote twijfels hebt en dus ook
twijfelt aan de deskundigheid van diegenen in de auditcommissie.
Mw. Agtsteribbe: Nee wethouder. Ik heb gevraagd: als we, mede gehoord
de inspraak, daar aanleiding toe zien wat is dan de mogelijkheid qua
tijd, mede gezien het schema, en ook gezien onze en uw oren daar nog
iets mee te doen.
Weth.: bij uw vraag kom ik nog, dit was een eerdere vraag van mw.
Spier. U hebt gesteld wat is de ruimte nog. Het begin van mijn inbreng
was: natuurlijk kan het zo zijn dat je al ruimte, door die inspraak,
voor jezelf moet scheppen omdat je op dingen gestoten bent waarvan je
geen zekerheid hebt. Als dat zo is en je moet dan nog zaken, buiten wat
we nu al doen, onderzoeken, natuurlijk zullen we dat doen. Het is niet
zo dat ik hollend een trac‚ afren. Ik wil me graag aan schema's houden,
zorgen dat u op tijd de stukken krijgt, u goed inzicht geven en goede
voorlichting en een goede inspraak in de stad. Allemaal van belang. Ik
ben het eens met de opmerking dat de medestanders gekweekt moeten
worden. Er is een draagvlak voor. Het bedrijfsleven, Amsterdam City, de
KvK, politiek draagvlak in Den Haag. Het sluit aan op het politieke
beleid van de minister van V&W. We zitten op de goede weg. We hebben
eigenlijk niets te winnen, wellicht wel te verliezen. Hier moeten we
voor oppassen omdat we hier te maken hebben met een traject dat van
belang is voor de bewoners, voor het bedrijfsleven en voor het milieu.
Wat wil je nog meer. Dat neemt niet weg dat er natuurlijk ook bezwaren
zijn. Iedere ingreep in de stad, wat je ook doet, is altijd een
aantasting van iets anders. Die afweging moeten we maken. Daar ben ik
ook niet bang voor om dat te doen. Maar wel, wat de commissie ook
vraagt, met alle gegevens op tafel zodat we met open ogen en oren
straks een goed besluit kunnen nemen. Wil je dat nu op deze manier
vrijgeven voor inspraak? Het college heeft gemeend dat te kunnen doen,
omdat daardoor de discussie kan plaatsvinden en de fracties nog een
politieke afweging kunnen maken. Als u zegt we willen dit eerst nog in
de Raad, definitief besluiten of dit wel kan; heb er oog voor dat de
inspraak en de voorlichting, ik had dat graag gezien, voor de zomer zou
kunnen plaatsvinden.
Voorz.: de meerderheid van de commissie vraagt om aanvulling van de
stukken.
Weth.: ik heb dat goed begrepen. Alles wat we in huis hebben zullen we
overhandigen.
Voorz.: voordat die aanvulling er is, is er ook al weer enige tijd
voorbij. Uitstel en inspraak voor de zomer be‰indigen: de commissie
vraagt om aanvulling van de stukken, dit kost tijd. Ik neem aan dat de
hele commissie kennis wil nemen van die aanvulling. Dit duurt dus in
ieder geval tot de volgende vergadering van deze commissie. De notulen
moet worden vastgesteld, de aanvulling moet bekeken worden, je bent
sowieso al twee weken verder.
Weth.: Dhr. Klinkert zal hier aandacht aan besteden. Ik vind het wel
van belang om het traject voor de zomer in te gaan omdat we mogelijk
anders 3 maanden vertraging hebben en dat brengt extra kosten met zich
mee.
Dhr. Klinkert: er zijn eigenlijk 2 belangrijke zaken. Dit zijn allen
inhoudelijke zaken. Eerlijk gezegd, denk ik dat we daarin heel veel
terugkomen op datgene wat we ook in november uitgebreid in de
raadscommissie aan de orde hebben gesteld. En uiteraard nu
uitgedetailleerd in alle stukken hebben. In mijn optiek is het nu juist
zo dat wij in het beleid van die openheid die we met z'n allen wilden,
die we ook volgen het communicatieplan hebben vastgelegd, nu eerst de
mening gaan vragen aan de bevolking. Dat is de reden dat we nu met
datgene dat we klaar hebben, niet uw mening vragen, maar de mening van
de bevolking vragen.
Voorz.: Maar meneer Klinkert, u kunt dat zo niet zeggen, het is
eenvoudig zo dat de Gemeenteraad het besluitvormend orgaan is. En dat
de Gemeenteraad stukken voor inspraak vrij moet geven, en dat de
Gemeenteraad beslist wat belangrijk is en wat niet en dat er een
Inspraakverordening is die uitgevoerd moet worden.
Dhr. Klinkert: het is uiteraard aan u om dat vast te leggen. Maar ik
heb alleen willen aangeven dat wij dus juist in een zo vroeg mogelijk
stadium de stukken in alle openheid naar iedereen toe wilden sturen. Er
is een schema bij gemaakt, er is een planning voor het geheel. In de
planning is het zo, dat we conform de wens dat we voor de zomer de
inspraak zouden afmaken, dat we eind mei 3 informatie-avonden zouden
hebben in de Binnenstad, Zuid en Noord. En dat we eind juni 3
inspraakavonden zouden regelen.
Voorz.: meneer Klinkert, dat is geen offici‰le inspraak, dat zijn
hoorzittingen, avonden waar mensen hun mening kunnen geven. De
Inspraakverordening gaat over een heel ander soort inspraak.
Dhr. Klinkert: dat is wat in juni het geval is.
Voorz.: dat kan niet in juni het geval zijn, lees de
Inspraakverordening, het is een heel andere procedure.
Mw. Agtsteribbe: we hebben verschillende soorten kosten. Je hebt
maatschappelijke kosten, wat voor schade veroorzaakt men als de
inspraak, de hoorzittingen en de informatie niet optimaal geregeld
worden. Dan zijn de maatschappelijke kosten hoog, en later ook de
financi‰le kosten. Want, stel dat we het niet goed doen, en we krijgen
een hele procedure, dan kost dat veel meer dan wanneer we nu goed
nadenken, pas op de plaats maken en de ruimte nemen om goed met elkaar
er uit te komen en eensgezind ook de inspraak in te gaan.
Weth.: dan zal de inspraak pas na de zomer plaatsvinden. Dus het wordt
allemaal 3 maanden later.
Dhr. Robbers: dan heb ik behoefte aan een tweede termijn te hebben en
daarover iedereen te horen.
Voorz.: meneer Robbers, uw eigen voorstel leidt al daartoe, want een
aanvulling en meezenden van de notulen leidt al tot uitstel.
 
Tweede termijn
Dhr. Robbers: mijn verzoek om verduidelijking behelsde de reeds bekende
bezwaren op de 3 hoofdpunten zoals ze hier naar voren zijn gebracht.
Die weliswaar al eerder zijn besproken en behandeld maar nu bij deze
presentatie wat naar de achtergrond gaan. Dat kan ook niet anders want
we hebben vorige keer besloten om deze hoofdvariant met voortvarendheid
uit te werken. Dus dat heeft men gedaan. Ik ging er van uit, toen ik
mijn vraag stelde, dat het heel eenvoudig is om -1) de exacte gegevens
over de sloop van de F.Bol en de mogelijkheid van de twee buizen op
elkaar; -2) de vervoerswaardestudie die al bekend is en -3) de vragen
naar de halte bij het Beatrixpark om die uit bestaande, reeds
voorhanden zijnde informatie, alsnog bij te voegen. Als dat kan, dan is
er naar mening geen bezwaar tegen het behandelen in de Raad van a.s.
woensdag en het dus zo snel mogelijk ter visie leggen. Als ik die
afweging moet maken, en moet zeggen: wat gaat het kosten,
maatschappelijk en financieel?, wanneer de hele zomerperiode ons, als
het ware, uit handen valt, dan denk ik dat we alles op alles moeten
zetten om het binnen een week voor elkaar te krijgen. Het gaat om
aanvullende informatie over reeds bekende problematiek. Dat is iets
anders dan wat ik van mw. Spier begrepen hebt. Zij heeft gezegd zich nu
reeds, namens de fractie, uit te spreken tegen een aantal elementen.
Dat is een politieke consequentie, waarvan ik denk dat als we dat gaan
bespreken, het wel eens kan zijn dat er heel veel meer tijd komt om
aanvullende stukken te maken. Maar ik wacht haar tweede termijn af. Ik
ben volstrekt eens met de benadering van mw. Agtsteribbe. Het gaat erom
hoe de mensen in de stad denken over dat wat er in de stukken staat en
wat dat betekent. Dat is kennelijk communicatief niet voldoende ingaand
op dat wat zijzelf als cruciale punt ziet, terwijl ik er van overtuigd
ben dat die informatie aanwezig is.
Voorz.: u stelt voor: volgende week in de raad, en daar horen de
aanvullende stukken al bij te liggen.
Mw. Spier: ik heb collega Robbers in zijn tweede termijn meer horen
zeggen dan in de eerste termijn. Nu blijkt dat deze discussie toch
ergens toe geleid heeft. Ik heb u, voorzitter, horen vragen om
aanvullende stukken, en ik heb mw. Agtsteribbe horen zeggen: de
bevolking heeft het idee dat alles al geregeld is. En dat zijn nou net
de elementen waar ik op gedoeld heb in mijn eerste termijn. Ik vind een
raadsbehandeling ontzettend nuttig, ik ben blij dat de collega's
gepiept hebben, zeker nu de raadsbehandeling leidt tot aanvullende
stukken. Want dat is nou de aanvullende informatie waar ik in de eerste
termijn om gevraagd heb. Ik ben dus blij dat alle collega's inmiddels
ook om aanvullende informatie vragen en die informatie heeft nu ook
naam gekregen. Nl. over het Wielingentrac‚ moet meer informatie komen.
Wat ons betreft is die informatie dan misschien nog lang niet
voldoende. Want wat er nu beschikbaar is, daarvan zijn we redelijk op
de hoogte. Sinds een jaar worden we al goed ge‹nformeerd. Al die tijd
was alles ter kennisname. Nu ligt er dit om de inspraak in te sturen,
mensen dus met deze informatie te laten praten en dat is wat mijn
fractie betreft, volstrekt onvoldoende informatie. Hier is iets
uitgewerkt waarvan wij zeggen er zijn nog alternatieven onvoldoende
onderzocht. Dat is dus het Wielingentrac‚, gekoppeld aan de
mogelijkheden die de F.Bolstraatroute heeft en dan heb ik gevraagd om
de onderbouwing van de vervoerswaarde. Ik heb alle collega's dit horen
bevestigen, dus dat krijgen we ook volgende week. Dan zijn we een stuk
verder dan nu omdat je dan misschien makkelijker kunt zeggen dat de
mensen hier inspraak over kunnen hebben, dit is niet meer vaag. De
tijdige informatie over het bovengrondse vervoer in relatie tot het
ondergrondse vervoer, waarvan iedereen inmiddels ook al heeft gezegd
dat dat te laat komt als het in november komt. Dit vind ik een
belangrijk punt in de besluitvorming. Ik vind dus dat als je zo'n
belangrijk stuk aan de mensen ter inspraak voorlegt, je dan alle
mogelijke informatie dient mee te geven en alle mogelijke extra
onderzoeken. En als ik hier iedereen hoor over het F.Bolstraat-trac‚,
en over de mogelijkheid van al of niet sloop en hoe het verder toegaat
bij de RAI, dan vind ik dat je dat heel serieus moet nemen. Dan vind ik
dat dit stuk, waarin achterin een heel klein stukje over de
F.Bolstraattrac‚ staat, onvoldoende is om op deze manier de inspraak in
te sturen. Dan ben je fout bezig met je bevolking. Iedereen heeft recht
op voldoende informatie. Ik ben dus blij dat mijn collega's gepiept
hebben voor raadsbehandeling. Nu krijgen we aanvullende stukken en ik
zal dan beoordelen of ik die stukken aanvullend genoeg vind om dit stuk
de inspraak in te sturen naar de bevolking, zodat ze inderdaad een
mening kunnen vormen.
Voorz.: het is dus niet zo dat u tegen bepaalde onderdelen bent.
Mw. Spier: ik heb gezegd dat wij voorlopig afwijzen tot er meer
gegevens beschikbaar zijn. Ik vind dat de Raad de ruimte moet krijgen
om in dit soort commissies van mening te wisselen en besluitvorming te
prepareren en dat daar niet direct dit soort conclusies aan verbonden
moeten worden.
Mw. Agtsteribbe: Mw. Spier heeft alle recht om de tijd te nemen bij
zo'n belangrijk stuk. Dat wil ik toch onderschrijven dat ze dat doet om
haar mening te geven. En de gevolgen van de mening die zij geeft,
zullen we met elkaar bediscussi‰ren, ook in de Raad. Als dat tot
politieke consequenties leidt, dat zullen we dan wel zien. Ik zal dat
debat met genoegen voeren, en ik denk de anderen ook. Ik denk dat het
goed is dat we alle voorhanden zijnde informatie hebben, dat we z.s.m.
de zaak in de Raad hebben. Maar dan moet het ook mogelijk zijn dat
spoedig te doen. Wanneer is dat mogelijk? Wanneer we ons aan onze eigen
verordeningen en regelgeving houden. Wanneer we dat doorbreken, dan
moeten we dat goed beargumenteerd doorbreken, en dan moeten we daar de
juiste informatie voor hebben. Want als we haast hebben en als we een
schema hebben dan hebben we dat niet van vandaag maar dan wisten we ook
al dat dat schema er een tijd geleden al lag. En dan had gezorgd moeten
worden dat de boel er nu was, want u had aan uw water kunnen voelen dat
er dit soort vragen zouden komen. Want het is niet zo dat we alleen
maar kennis genomen hebben, we hebben bijv. kwartaalrapportages gehad,
die we hier op de agenda hebben laten zetten waarover we opmerkingen
gemaakt hebben. Impliciet en expliciet zaten in die opmerkingen al
steeds de vragen over het tramnet, over de vervoerswaarde en nog enige
andere zaken. Het zou u bekend kunnen zijn. Ook vanwege de rapportages
van de platforms dat de vervoerswaarde in de hele discussie een dermate
belangrijke rol spelen dat het bijna ondoenlijk is zonder dit soort
gegevens de zaak vrij te geven. Graag z.s.m. Wel wil ik dat de notulen
erbij gevoegd worden. We laten ons door welke techniek hoe dan ook niet
opjagen, als we daardoor onzorgvuldig zouden zijn. Prima, z.s.m. in de
Raad, maar wel ordentelijk.
Dhr. van Duijn: de wethouder neemt mij iets te gemakkelijk onder zijn
arm als metro-bekeerling. Ik spring er onder uit, want ik geloof wel
zeer sterk in het nut en de behoefte van een Noord-ZuidOVlijn maar
passend in mijn visie op het terugdringen van het autoverkeer en een
autoluwe binnenstad, denk ik toch primair dat dat ding bovengronds moet
zijn. En dat is dus wat ik verzoek met een aanvullend stuk: zoek uit of
dat niet kan. Ook in het centrum van de stad.
Voorz.: in de Gemeenteraad heeft u een besluit genomen. En dat
Raadsbesluit zegt: het deel van deze verbinding onder de binnenstad van
Amsterdam volgt het trac‚ B3, Vijzelstraat, Rokin, Damrak, en zal
aldaar d.m.v. de boormethode moet worden gerealiseerd. In hoofdstuk 3
wordt dit trac‚ nader beschreven. Dat heeft de Raad al besloten. Dus
wat u vraagt is achterhaald.
Dhr. van Duijn: met het pistool op de borst ben ik desnoods voor een
ondergrondse verbinding, maar ik denk nog steeds dat het heel goed
mogelijk is om het bovengronds te doen.
Voorz.: de Gemeenteraad heeft al besloten dat het onder de grond gaat.
Dhr. van Duijn: dan zou ik wel de stukken, waaruit de variant van de 2
metrostations in het stadshart wordt voorgelegd, aan de bevolking
overlegd willen hebben.
 
 
 
Voorz.: meneer van Duijn, er staat 1 halte stadshart onder het Rokin,
ook dat heeft de Gemeenteraad al besloten.
Dhr. van Duijn: misschien is er toch aanleiding voor insprekers daar
opnieuw op in te gaan. Het komt wel eens voor dat de Gemeenteraad een
besluit herziet. Het derde dat er aan toegevoegd moet worden is het
trac‚ over de F.Bolstraat zonder sloop. En zonder een station in het
Beatrixpark, maar wel een station daar in de buurt. Station RAI.
Dhr. K”hler: ik betreur dat de discussie over de inhoud en die over de
procedure weer eens door elkaar lopen. Daarmee moeten de inhoudelijke
punten niet vergeten worden. Ik hoop dat men dan ook maar schriftelijk
mijn vragen alsnog beantwoordt voordat we het in de Raad krijgen.
Anders hebben dit soort besprekingen ook niet zoveel zin. Verder gaat
het dan naar de Raad. Ik wil wel waarschuwen voor een spoedprocedure.
Hier wordt geklaagd over het niet tijdig ontvangen van stukken. Ik wil
mijn fractiegenoten niet opzadelen met iets waar ze maandagavond de
stukken nog niet van hebben. Dat hoeft niet, Ik vind de dramatische
oproep over 3 maanden uitstel wat misplaatst.
Weth.: de stukken kunnen niet eerder dan eind volgende week bij de
raadsleden zijn.
dhr. K”hler: over 3 weken lijkt mij niet zo'n ramp. Weliswaar wordt dan
de ronde waarin de inspraak georganiseerd kan worden helaas van juni
naar september getild, maar de raadsbehandeling was gepland in
september en dat wordt dan nu eind oktober. Dat kan ik geen 3 maanden
uitstel vinden. Bovendien denk ik dat in de procedure gewoon als er om
politieke redenen, v.w.b. het draagvlak van het project, discussie
nodig is, dit in de procedure moet worden in gebouwd. Als we nu snel en
eerlijk handelen, kan dat in de loop van de procedure weer worden
terugverdiend. Ik vind dat niet zo rampzalig. Het is lastig voor de
mensen die de planning maken, maar ik kan er niets aan doen dat de
politieke dekking in het college onvoldoende is.
Voorz.: de stukken kunnen niet zodanig op tijd klaar zijn dat ze in de
fracties kunnen worden gelezen. Dus het wordt sowieso over 3 weken in
de Raad.
Dhr. Robbers: als die aanvullende stukken ons nu tot tevredenheid
stemmen, dat kan al in de volgende commissie-vergadering, dat dan het
piepen kan worden ingetrokken.
Voorz.: Dhr. Niamut trekt zijn piep niet in.
Mw. Spier: ik vind aanvullende stukken bij een volgende
raadsvergadering ook prima, het gaat mij om de aanvullende stukken.
Voorz.: het is dus zo dat de aanvullende stukken wellicht over 14 dagen
in deze commissie liggen, dat betekent dan nog steeds dat het op de
raadsagenda voor 31 mei staat omdat dhr. Niamut zijn piep helemaal niet
intrekt.
Dhr. Niamut: mijn bijdrage begon net met een verbaasde reactie over de
benadering van mw. Spier, namens de VVD-fractie. Die verbazing is er nu
ook. Ik zie nl. enige verzwakking t.o.v. de eerste termijn. Misschien
heeft de opmerking van de wethouder m.b.t. de soep nu al enige
doorwerking. Ik ben benieuwd nu naar de raadsbehandeling. Ik kan mijn
vraag richting de VVD-fractie nu al heel nadrukkelijk deponeren want
die vraag zou ik graag tijdens de raadsbehandeling beantwoord zien: in
hoeverre conformeert de VVD-fractie zich, als lid van het college, aan
de algemene uitgangspunten met datgene wat wordt vrijgegeven voor
inspraak. Hoewel dit een Amsterdams project is, ligt mij nog van zeer
recent in het geheugen de Betuwelijn en de in- en opstelling van de VVD
daaromtrent. En hoe daar nu over gesproken wordt. Enige bestuurlijke
duidelijkheid is heel nadrukkelijk gewenst. Dat wat zich op landelijk
niveau heeft afgespeeld wil ik liever niet nog een keer op stedelijk
niveau.
Mw. Spier: ik begrijp uw vraag niet. Als u antwoord wilt hebben op de
vraag naar de houding van de VVD t.o.v. de Noord-Zuidlijn; daar ben ik
mijn verhaal mee begonnen.
Weth.: formeel valt dit onder ROA, dus dhr. Hooijmaijers, materieel,
hebben we afgesproken met het ROA, doen wij het nog als centrale stad.
Mw. Spier: ik wil er op attent maken dat we de discussie zijn ingegaan
met het standpunt van alle andere fracties dat het stuk de inspraak in
mocht en dat we nu eindigen dat iedereen vraagt om aanvullende
informatie en dat het stuk voorlopig nog niet de inspraak in kan.
Weth.: het is een lijn die voor de hele Vervoerregio van belang is.
Maar omdat het ROA-bestuur nog niet zo ge‰quipeerd is en dit zou kunnen
uitvoeren, knap ik het vuile werk op.
Dhr. Tjon A Ten: de aftakking Noord kan. Die is in het Structuurplan
gereserveerd en bij de studies als gegeven aangenomen geweest. De
kwestie van de vervoerswaarde is even een probleem. De planning was dat
het vervoerswaarde-rapport er in juni zou zijn, inclusief de
consequenties voor het bestaande net. Wat er naar voren gehaald kan
worden zullen we bekijken en zorgen dat er zo volledig mogelijk
gerapporteerd wordt t.b.v de Raadsvergadering. De kwestie van de
F.Bolrapportage: die zal er over een paar weken zijn. Daarvan verwacht
ik dat die zodanig naar voren kan worden gehaald dat in ieder geval op
de vragen die hier gesteld zijn antwoord kan worden gegeven. De kwestie
van de halte in het Beatrixpark is geen probleem. Wellicht onze omissie
dat niet alle relevante stukken bij u bekend zijn, maar daar zullen we
voor zorgen. Blijft nog ‚‚n vraag over: de kosten die gepaard gaan met
het uitstel dat nu optreedt. U weet uit de verschillende rapportage,
dat er een heel strak planningsschema wordt aangehouden. Ik neem aan
dat het besluit dat u vanmorgen hebt genomen dat we rustig, met de
zaken die niet ter discussie zijn geweest, door kunnen gaan in het
voorbereiden van bijv. het CS. Dat soort technische dingen die moeten
leiden tot een raadsbehandeling over een Programma van Eisen in
september of oktober. Daar gaan we rustig mee door. Dit betekent dat de
planning van het opdrachtgeversbureau en het ontwerpbureau opnieuw
bekeken moet worden. Ik neem aan dat het niet zo is dat een aantal
mensen droog komen te staan. Wellicht is het wel zo dat een aantal
reeds aangegane verplichtingen (reserveringen iv.m. hoorzittingen e.d)
verhaald worden op ons. Dit project is zo groot, dat de kosten van de
democratisch geuite wens om extra informatie m.i. mee zullen vallen. Op
dit moment denk dat het verstandig zal zijn u t.b.v. de
raadsbehandeling zo volledig mogelijk te informeren over de nieuwe
planning die ontstaat.
Voorz.: dit punt is eindelijk afgesloten. Over drie weken in de raad.
over twee weken misschien in de commissie.
 
I.B.2 Aanleg tramsporen in Oostelijk Havengebied/ herprofilering
Verbindingsdam
Akkoord
 
I.B.3 Vergunning voor de parkeergarage Artis
Akkoord
 
I.C.1 IJ-boulevard Oost op Zeeburg
N.a.v. de inspraakreactie van mw. Tasma vraagt mw. Spier wanneer de
probleem-inventarisatie m.b.t. de Zeeburgerdijk komt. De weth. zegt toe
dat dit z.s.m. komt.
De cie neemt kennis van de stukken onder de volgende opmerkingen:
Dhr. Bijlsma vraagt zich af hoe het mogelijk is dat er zomaar
aansluitingen worden vergeten, hetgeen neerkomt op Ÿ 4 mln extra
kosten. Dhr. van Duijn stelt altijd tegen te zijn geweest, dus nu ook.
Weth.: ik ga geen zwarte pieten uitdelen. Ik word er ook maar mee
geconfronteerd.
 
I.C.2 Stand van zaken hoofdnet auto
Onder vermelding van de wethouder dat dit voor 1 november a.s. zal
worden behandeld is dit v.k.a.
 
I.C.3 Parkeerbalans
Agenderen ter bespreking op verzoek van dhr. Bijlsma.
 
I.C.4 Brief wethouder verkeer dd 2 mei 1995 aan dhr. R. Tangenberg
inzake Parkeerboot
Agenderen ter bespreking op verzoek van dhr. Robbers.
 
I.C.5 Brief van wethouder Verkeer dd 25 april inzake financiering
fietsbeleid 1995
v.k.a.
 
I.C.6 Opdrachtgeverschap IJ-rail Oost, bewaking uitvoering VINEX en
organisatie grote infra-projecten
v.k.a.
 
I.C.7 Brief directeur GVB dd 29 maart 1995 inzake stakingen bouw
v.k.a.
 
I.C.8 Rapporten Ombudsman nr.'s: 95091,95096, 95100, 95110, 95111,
95115, 95122, 95127, 95129, 95130, 95135, 95137, 95139, 95141,
95149, 95152, 95159
v.k.a.
 
Blok II Milieu
 
II.B.1 Toekenning subsidie aan Alternatieve Konsumentenbond voor
campagne 'Voedselkilometers'
Akkoord.
 
II.B.2 Ontwerp-voordracht inzake voeren van verweer tegen verzoek om
schadevergoeding
Akkoord, onder vermelding van mw. Spier dat zij ondershands op de
hoogte wil worden gesteld van het verloop van deze zaak.
 
II.C.1 Informatie over bodemsanering Omval
Inspreker:
Mw. Bloemraad namens Overleggroep Omwonenden Omval: levert kritiek op
de wijze van sanering en de houding van de MD. Uit een contra-expertise
door IBACO blijkt dat de sanering niet goed is gedaan. Enige vragen van
de commissieleden worden toegelicht.
Weth.: voor het gedeelte dat schoon is kan een bouwvergunning worden
afgegeven, maar dat is een zaak voor de Stadsdeelraad. Na enige
discussie concludeert de Voorz. dat het mogelijk het beste is als mw.
Bloemraad een afspraak maakt met dhr. Cleij.
 
v.k.a.
 
II.C.2 Milieuprogramma en milieuverslag
Agenderen ter bespreking op verzoek van mw. Princen.
 
II.C.3 Brief van wethouder voor de Luchtvaart dd 11 april 1994 inzake
second opinion Omegam metingen Schiphol
v.k.a.
 
II.C.4 Beantwoording adres 'Landelijk Aktie Komitee Scholieren' (LAKS)
v.k.a.
 
Blok III Cultuur
Rondvraag
Dhr. Robbers kreeg een brief n.a.v. de rapportage van de ouderenbonden.
Hierin de vraag of er onderzoek gedaan kan worden naar het meer doen
van matinees nu zij 's avonds de deur niet meer uit durven. Kan de
wethouder hier eens naar informeren?
Weth. beantwoordt alle brieven, dus deze ook en zal een copie van deze
antwoordbrief aan de commissie doen toekomen.